dinsdag 31 maart 2015

14. Valdesalor - Casas de Càseres 21 km.

Dinsdag 31maart etappe 14.

Na een zeer roerige nacht, waar alle mannen zich van hun beste kant hebben laten horen, waren we allemaal vroeg uit de veren. Met de wallen onder de ogen en niet te geloven toch uitgerust, gaan we op pad. De zon komt op en je kunt merken dat het hier de laatste dagen al heet is geweest. De nachten zijn minder koud en rond 9.00 lopen we al in ons t- shirt. Vandaag lopen we naar de oude stad Cáseres.
Na 12 km zijn we er al. We wandelen rustig door de smalle binnenstraatjes naar het plein en passeren diverse oude gerestaureerde gebouwen. We drinken een kopje koffie op het Plaza Mayor en genieten nog van de rust op het plein. Nog weinig toeristen. We besluiten toch om door te lopen, omdat het druk is in de stad, de  paasdagen met zijn optochten komen eraan en we denken dat het in volgende dorpje niet zo druk zal zijn. Na nogmaals 11 km gelopen te hebben door een weinig inspirerend landschap zoeken we de herberg op. Deze is in het oude centrum van het kleine stadje. De overnachting is gratis, alleen een donativo is genoeg. Tja, en wat gratis is daar ga je niet voor doorlopen! Als we ons hebben ingeschreven komen we in een knusse herberg met twee zalen van elk 8 bedden. We kiezen de eerste en hopen dat het rustig blijft. Het wordt in de loop van de avond overvol. Niet te geloven waar al die mensen vandaan komen? Wandelen is hot!!
De vakantie voor de Spanjaarden is begonnen en het weer doet er een schepje bovenop. Geen enkele reden meer om thuis te blijven. Tjonge tjonge, we proberen al een paar dagen een hele corpulente Duitser te ontlopen, maar hij ruikt als wij in de buurt zijn en tot overmaat van ramp slaapt hij vannacht weer naast ons. Never!! Dat trek ik niet. We pakken ons boeltje op en zien dat de tweede ruimte ook open is gegaan. Bij de hospitalera staat het zweet inmiddels op haar voorhoofd. We zoeken een plek achterin en nu is het wel boven slapen. Geen probleem we pakken het matras op en leggen die tegen slaaptijd op de grond. Deze stapelbedden zijn hoog en ik kan er niet op komen, te hoog voor die korte pootjes van mij. De Duitser kijkt niet vrolijk, met zijn trompetgeschal heeft hij iedereen in de herberg gisteren wakker gehouden. Als de peregrinos hem ontdekken gaan meteen de blikken verschrikt naar de bedden. Waar ligt hij?? Tja, het leven van een peregrino gaat niet over rozen. We hebben nog 702,6km te gaan. Het wordt een uitdaging om hem kwijt te raken, maar hij is taai. Daarnaast is deze  omgeving zo uitgestrekt dat er in de kleine gehuchten waar we een etappestop hebben alleen een herberg is. De komende jaren gaat het op de Via de la Plata problemen geven, want de herbergen zijn klein en nog niet berekend op de toename van de wandelaars uit heel de wereld.

13. Alcuescar - Aldeo de Cano- Valdesalor. 25 km.

Maandag 30 maart, etape 13.

Het is nog donker als de eerste peregrinos in de grote slaapzaal hun spullen al bij elkaar zoeken. De plasticzakken  bewijzen hun dienst door aan ons te melden dat we nodig uit ons ' holletje' moeten komen. De meeste pergrinos, 14, staan al vroeg bij de voordeur ook al gaat deze pas echt om 8.00 open en geen minuut eerder. Het lijkt wel een gevangenis! Om 8.00 mogen we naar buiten. We worden echt losgelaten. Buenas dia, wat een ochtend! De vrijheid tegemoet. Dag klooster, dag tuin, dag slaapzaal, wij gaan genieten van een mooie wandeling, nadat we in de bar aan de overkant van het klooster een kop kofie en een geroosterd broodje hebben gegeten. Het is al prachtig weer, de zon komt op en laat ons meegenieten van de mooie natuur. Door uitgestrekte velden vervolgen we ons pad. De voetjes voelen uitgerust aan. De onverharde wegen zijn vandaag weer redelijk rustig. De fietsers zijn aan het werk en af en toe een verdwaalde mountainbiker daar hebben we weinig last van.
De schapenboer controleert zijn kudde en de koeien grazen op de uitgestrekte velden. Het is hier in de provincie Badajoz enorm uitgestrekt. Het is een heuvelachtige streek die weinig beplanting heeft. Kaal en weids strekt de route zich voor ons uit. Halverwege kunnen we nog in een wegrestaurant een kopje koffie halen en wat eten. We lopen nog over twee outhentieke  oude Romeinse bruggetjes en passeren de eerste Romeinse mijlpaal. (helaas foto's gewist!!, zeker last van een zonnesteek. Je moet op deze route in de Extremadura, erop bedacht zijn, dat er tussendoor vaak niets is te krijge. Geen water, geen eten. Er zijn hier weinig dorpjes. En als je een dorpje ziet ligt deze mijlenver ver voor je uit. We hebben al een aantal keren gehad dat tegen het einde van de een wandeling het dorp in zicht komt. Ah, denken we dan " nog eventjes doorbijten en dan zijn we er". Pff.. dan wordt het pas echt afzien het dorp lijkt wel nooit dichterbij te komen. In de dorpjes waar we de laatste dagen overnachten is bijna niets. Geen banken, weinig winkels, geen internet, een enkele bar en de kerk op het plein, waar de ooievaars hoog hun nesten naast de torens hebben gebouwd. We komen uiteindelijk aan in een klein gehucht,Valdesalor, waar de albergue al aan de rand van het dorp staat. Er is niets anders qua overnachting. Waren we eerst nog met weinig peregrinos onderweg nu lopen we inmiddels met velen. 15 tot 20 op onze route. Elke dag tellen we er meer. Dat is toch uitzonderlijk en iedereen die je aanspreekt is er verbaasd over. Het wordt bijna snel doorlopen om als eerste in de herberg te zijn en de beste plek te hebben.
Gelukkig hebben we stevig doorgelopen. We zoeken een plek in de hoek. Een stapelbed opnieuw. Tja, wat gaat de nacht ons weer brengen. De oordoppen liggen gereed. Langzamerhand loopt de herberg vol met 16 mensen. Meer kunnen er niet bij. We gaan we een roerig nachtje tegenmoet.

zondag 29 maart 2015

12. Aljucèn-Alcuescar 20 km.

Zondag 29 maart, etappe 12.

Na een kort nachtje, de zomertijd is ingegaan, zijn we al vroeg op pad. Het is nog erg fris. De zon moet nog opkomen, maar als hij dan opkomt is het prachtig. We wandelen door een nationaal park waar vele grote keien liggen en waar de oude opgestapelde muurtjes zich langs het zandpad kronkelen.
De vogels zingen hun mooiste lied, vooral de leeuwerikken en de hop laat zich veel horen. Regelmatig worden we opgeschrikt door fietsers. Het is zondag en dat betekent; mountainbike dag. Het zandpak kronkelt zich 15 km lang door het glooiende landschap. De gele brem staat in bloei en ruikt heerlijk. De bewoners uit de regio zijn hier op zoek naar paddestoelen. Een delicatesse vertellen ze ons.
De sinasappelkweker laat ons zijn sappige sinasappels proeven. Wat is het leven van een peregrino toch mooi. Nou ja, dat zeg ik wel en dat komt omdat ik de herberg alweer achter me heb gelaten. Slapen in een herberg, wij zullen er nooit aan wennen. Ze zijn of heel groot of heel klein. Ze zijn mooi of smoezelig. Ze hebben sfeer, een kleurrijke aankleding, een ingerichte woonkamer en een keuken waar je kunt koken. Of, smoezelig tot smerig!  ik trek mijn neus al op! Bij binnenkomst in een herberg is het er meestal bokkoud, het ziet er kil uit, nergens verwarmig en de slaapvertrekken zijn vreseljk. De bedden staan op elkaar gepropt, gestapeld en bij de eerste aanblik is de 'ligkuil' al zichtbaar. De onderlakens zijn zelden schoon, bijna altijd heeft er wel iemand voor jou erop geslapen. Het kussen idemdito. Het gebruik van een eigen meegebrachte slaapzak is absoluut noodzakelijk. De ruimte in de slaapvertrekken is krap, je kunt " je kont er niet keren". De muren zijn poreus, de zweetstank van je mede peregrinos dringt door tot in je slaapzak en last but not least. De Mattheus Passion heb ik de laatste dagen al in verschillende ouvertures gehoord. Ha,ha. Wat doe je dan in een herberg? Overleven! En dat lukt. De gezelligheid van de medeperegrinos doet je de 'ellende' snel vergeten. Je stopt s'nachts je oren vol met de oordoppen, kruipt diep in je slaapzak, zodat het kriebelend ongedierte uit de dekens hun weg naar jou schone lijf niet snel kunnen vinden. Buenos Dia. Het wordt altijd weer ochtend.
We zijn nu in een klooster aangekomen en daar is het slapen gratis. Wat een Uitdaging! Niets anders aan slaapgelegenheid in de omgeving te vinden. De overnachting is Spartaans te noemen. Een koude douche, een mega grote koude slaapzaal die zich inmiddels met vele peregrinos vult. Oude bedden met een schuimrubberen matras. Die hadden bij ons Rataplan nog niet gehaald. Ik denk dat ik het beste bed heb uitgezocht? De ligkuil voegt zich naar mijn lijf en het kussen ruikt als de brem die in bloei staat.


Helaas heb ik de Messe niet kunnen volgen en ook het eten met de monniken slaan we over. Om 21.00 moeten we binnen zijn. Tot zo lang blijven wij buiten van het heerlijke voorjaars zonnetje genieten. Adios.





zaterdag 28 maart 2015

11. Mérida- Aljucén 15km.

Zaterdag 28 maart, etappe 11.
Het is een stralende dag, de lucht strak blauw en we lopen al direct in de korte broek en T-shirt. De zon zal wel erg van ons schriken want de "witte melkflessen" van ons zijn oogverblindend. Niemand kent ons hier, dus het is relaxed lopen. We smeren ons dik in met zonnebrand en gaan genieten van deze zonnige dag. We verlaten de stad langs het aquaduct.


Eerst lopen we ruim 7 km over de weg, niet echt leuk te noemen. Gelukkig gaan we van het verharde pad af, nadat we het stuwmeer van Proserpina zijn gepasseerd. Dit meer verzorgde in de Romeinse tijd al het drinkwater voor de inwoners van Mérida. We lopen door een prachtig stuk glooiend groen landschap omgeven door steeneiken. Het lijkt wel een park. Over het zandpad kronkelt de route zich naar Aljucén. We pauzeren nog even. Wat een rust hier om ons heen alleen de vogels hoor je fluiten.
De Iberische varkens met hun jongen wentelen zich lekker door de natte modder. Dat is vast erg lekker als het warm wordt. Het is vandaag onze eerste echte warme wandeldag. Gisteren toch een beetje verbrand, te enthousiast onze gevoelige huid bloot gesteld aan de spaanse zon. In Aljucén aangekomen gaan we in de bar op de hoek, van doorgaande straat, ons eerste bakkie koffie gebruiken. Er was weer niets onderweg. El señor wijst ons de weg naar de herberg. De hospitallera wacht ons al op. In de sobere herberg is plaats voor iedereen. We krijgen een krappe driepersoonskamer tot onze beschikking. Het wordt al snel druk in de herberg met peregrinos. Na een douche en de was te hebben gedaan, gaan we terug naar de bar en laten ons verrassen. De kok heeft lekker gekookt. Voor €7.50 smaakte de specialiteiten van het huis heerlijk. Ook de dorpsbewoners zijn hier in grote getale aanwezig en luidkeels, zeg maar schreeuwen, wij horen  hun verhitte verhalen aan. Gelukig is mijn spaans een poco!

10. Torremegía- Mérida 15 km.

Vrijdag 27 maart, etappe 10.
Als we rond 8.00 naar buiten kijken hangt er een dikke nevel. We kleden ons warm aan en gaan op pad. Iedereen is al vertrokken en wij sluiten als laatste de zware deur van het Palacio. Vandaag een korte etappe van 15 km. We besluiten om rustig te gaan wandelen en ons door niemand te laten opjagen. Als je met meerdere peregrinos in een herberg  verblijft, ontkom je er niet aan, dat de route die nog moet worden afgelegd wordt besproken. De éne persoon knipt en plakt diverse etappes aan elkaar om de deadline te halen die ze met zichzelf heeft afgesproken. Anderen hebben zich voorgenomen om minimaal 30 km per dag of  meer te lopen, anders gaat het niet lukken qua tijd. Ze hebben bijvoorbeeld 4 weken vakantie en thuis al uitgestippeld dat 1000 km haalbaar kan zijn. Sommige personen zijn echt bloedfanatiek. Ze liggen voor 21.00 op bed en tussen 6.00 en 7.00 uur 's morgens zijn ze reeds op pad. Dan wij, heerlijk relaxed, 's avonds een wijntje met een aantal peregrinos die er ook niet vies van zijn. We bespreken de belevenissen van de afgelopen dag en we proberen elkaar te overteffen in de beleefde avonturen van die dag. We zijn echte beginnelingen vergeleken met onze mede peregrinos. Zij hebben er al meerdere gelopen en kunnen je precies vertellen wanneer welke pijntjes gaan optreden! Zoals blaren na 14 dagen, knieën die het niet meer gaan doen, onwillige spieren, slap in het vel gaan zitten omdat er geen eten langs de route is te vinden. Ik denk " jullie kletsen maar, mij krijgen jullie niet gek"."
We zullen doorgaan, met de stootkracht van de milde kracht
om door te gaan in de sprakeloze nacht.
We zullen doorgaan, we zullen doorgan todat we samen zijn.  Aldus Ramses Shaffy.

Zo vervolgen wij vandaag onze weg. Het is een route die hoofdzakelijk tussen twee wegen doorloopt. Af en toe lopen we op de oude weg en de meeste stukken zijn onverhard. Gelukkig ook vandaag mogen we nog een wateroversteek droog proberen te nemen. De omgeving is weids en af  en toe druivenvelden. We lopen de stad Mérida binnen over een oude historische brug met 60 arcaden en ruim 700 m lang. Het idee dat hier de karren van de Romeinen overheen gedenderd zijn in de 1e eeuw na chr. is magistraal te noemen. We blijven even mijmeren op de brug en door een oude poort komen we de stad binnen. Meteen veel drukte om ons heen en veel toeristen te zien. Deze stad bevat vele historische Romeinse monumenten. Het is zeker de moeite waard om hier langer te blijven.
Het heeft een prachtig oud Romeins theater, een Romeins aquaduct, los Milagros, een museum met inmens grote mozaïkstukken en niet te vergeten de gezellige pleinen. Als we ons hotel hebben gevonden  gaan we snel de stad in. We kennen het nog van twee jaar geleden toen we hier met de fiets waren. Het weer is prachtig geworden. De eerste zonnige dag. We zitten al snel op het terras en genieten van het voorjaars zonnetje. Tegen de avond is het op het plein 'd Espagna een drukte van belang. De bewoners genieten met hun gezinnen van de zomerse avond. Kinderen krioelen rondom de tafeltjes en ons biertje is niet veilig. De ballen vliegen in het rond en niemand die tegen de kinderen zegt "hier niet spelen, maar daar".  Twee oude mensen, voor ons aan een tafeltje, hebben de rug naar de gezellige drukte gekeerd. Het doet komisch aan. Wij komen ogen tekort. De meeste kinderen gaan gekleeed in warme majos met daaroverheen een korte katoenen broek of zeer klassiek. Een geplooid rokje, blousje en majo. De ouders genieten met vrienden van hun pintje en de zomerse avond. We ontmoeten zowaar nog onze zweedse peregrino Hans. Gezelligheid kent geen tijd. Morgen weer een korte etappe. Dat is goed voor de voeten die we zeker blijven verwennen.

donderdag 26 maart 2015

9. Villafranca de los Barros -Torremegía 27 km.

Donderdag 26 maart, etappe 9.

Vanmorgen 7.00 onze Schotse peregrino, die een kamer voor ons heeft met een open verbinding naar onze kamer, stopt zijn orkest. Nou orkest zeg maar rustig dat hij alle Iberische zwijnen vannacht heeft uitgenodigd. Al knorrend, rochelend, pruttelend, zuchtend, pufffend worden deze aria's tussen zijn ademnood door herhaald. Mijn oordoppen functioneren niet optimaal, echter dat ligt aan mij, want ik wil eigenlijk niets missen! Gisterenavond heeft hij besloten om niet meer verder te gaan. To heavy!!Hij gaat naar Salamanca om de Spaanse taal te leren. Zo hier eindigt mijn Schotse story. Vanmorgen aan het ontbijt heeft hij al zijn peregrinospullen in de aanbieding gedaan. Jammer onze rugzak is vol. Ik weet niet wie hij ontmoet in Salamanca maar ik hoop dat hij daar een douche neemt, want nu kon hij daar geen gebruik van maken! Hij kwam of klem te zitten tussen de douchedeuren of eenmaal in de badkuip was hij daar niet meer zelfstandig uit gekomen.
Na ons heerlijke ontbijt met geroosterd brood en sap stappen we met de overige peregrinos, het zijn er 12, de weide wereld weer in. Vandaag wandelen we 27 km lang alleen maar door wijnvelden. Nu kale geploegde vlakten vol met korte stompjes van wijnstokken. Alleen maar wijnstokken en verder een ongekende weidsheid met één lange glooiende weg waar echt geen einde aan komt. De wind blaast om onze oren en het blijft de gehele dag koud.
We ontmoeten onze mede peregrinos met regelmaat. Iedereen stapt stevig door, maar tijdens korte stops, die we op stenen langs de weg doorbrengen, passeren we elkaar. We maken soms  even een praatje en zetten de blik weer op oneindig. Als we in het dorp komen,wat we al kilometers van ver steeds zien, wandelen we naar de mooiste albergue van de plaats. De Palacio de las Lastras. Een oud gebouw uit de 15e eeuw wat is verbouwd tot een redelijk luxe herberg.
We nemen een tweepersoonskamer waar we eindelijk onze moeie voeten uit de schoenen kunnen halen. Tsss.. Wat een verademing. Gelukkig gebruiken we veel gehwol zodat de sokken niet 'ruiken'. Het was een lange wandeling en alle peregrinos ontmoeten we weer in de Palacio. Iedereen is toe aan een beetje verwennerij. We kunnen er dineren en ontbijten, daar wordt het lijf heel blij van. Morgen een korte wandeling naar Merida, waar we gaan genieten van de Romeinse cultuur.

woensdag 25 maart 2015

8. Zafra- Villablanco de los Barros 20 km.

Woensdag 25 maart, etappe 8.
Bijna verslapen! Als we Hans horen praten weten we dat het niet vroeg meer is. Hij is alle dagen nog de laatste geweest die de herberg heeft verlaten. We kunnen tot 8.00 ontbijten. Snel het warme bed uit. We liggen hier nog onder dikke wollen dekens. Dat is echt wel nodig, want de nachten zijn hier koud. We schuiven aan het ontbijt wat bestaat uit toast, sap en een droog zoet broodje. Nadat we alles weer hebben ingepakt gaan we op pad. Buiten is het nog fris, maar een strak blauwe lucht verwelkomt ons.
Al snel verlaten we de stad en zien de heuvels weer voor ons. Tussen de kortgesnoeide wijnranken en olijfbomen lopen we over het oude pad,waar ooit veel vlijtige arbeid is verricht om de keien te gebruiken als landafscheiding. De boeren zijn de olijfbomen flink aan het snoeien. Als we naar de wijnranken kijken vragen we ons af of deze dit jaar nog gaan bloeien zo kort als ze zijn gesnoeid.
 We komen op diverse stukken nog oude waterbronnen tegen.  Het is de eerste wandeldag dat we een strakblauwe lucht zien. Heerlijk. Na 5 km nemen we onze eerste en enige koffiestop. We vragen in het dorp waar het dichtsbijzijnde café is. We houden niet zo van extra lusjes lopen.  Ha,ha. De café con leche smaakt ons prima.  Natuurlijk is het al en drukte van belang in het café. Nog maar 15 km te gaan, dat gaat een makkie worden met dit weer. De wind is ondertussen flink gaan toenemen en zowaar we hebben ook nog tegenwind! Hoe ver is Holland weg!  Tegen 13.00 zijn we al gearriveerd in het dorp. Als we ons bij een Albergue willen inschrijven stuiten we op 3 Franzosen. Hm... Die hebben we al eerder ontmoet en 'wij houden niet van mensen die denken dat de herberg alleen van hun is'.  Als we vragen of de Amerikanse dames al zijn gearriveerd krijgen we 'non'  te horen. Oké zeggen wij, we wachten ze buiten wel op. We besluiten om naar de andere herberg te gaan. Hier is ook nog plaats genoeg. De kamers niet ideaal, het heeft een doorsteek naar de douche en toiletruimte. We gokken erop dat er niemand bijkomt. Echter wat schetst onze verbazing, tegen de avond komt onze zeer corpulente Schot, die we al afgeschreven hadden, ons verblijden met een verblijf dicht bij ons. Brrr. Aan een paar oordoppen zullen we niet genoeg hebben. Vanavond maar een extra wijntje nemen!

7. Fuento de Cantos- Zafra 25 km.

Dinsdag 24 maart, etappe 7.
Brrr. Wat ziet het er somber en nat uit. Vannacht hebben we het al horen tikken, maar je denkt " het lekt vast ergens".  Neen, het regent. We hijsen ons in de regenkleding en gaan op pad.
Als we de kerk passeren zien we op de zijkanten van de torens de mannelijke ooiervaars zitten te wachten op hun vrouwtjes die nog uit het zuiden moeten komen. Ze  klepperen er flink op los. Laten we maar denken dat ze ons groeten. Bueno camino!!
Eindeloos strekken de landerijen zich voor ons uit en de kleiweg kronkelt er doorheen. Het is flink soppig en de klei blijft regelmatig stevig plakken aan onze schoenen. Na een uur wandelen halen we de twee Amerikaanse dames, Connie en Su, uit Alaska al in. Ze zijn blij dat ze ons zien, want we krijgen nu een echte wateroversteek. Volgens de dames staat het water daar behoorlijk hoog en moeten de schoenen nu werkelijk uit. Ze zijn er onrustig van en vragen of wij er doorheen gaan. Volmondig zeggen we ja, dat avontuur willen we niet missen. Nou ja, we doen wel stoer, maar als we er omheen kunnen lopen is dat ook prima. Daar ons tempo wat hoger ligt dan van hun gaan wij alvast op verkenning. We spreken af dat als we de stokken kruisen dan is het "terrible" en als we de stokken hoog houden dan is het "safe".  Als we achterom kijken zien we dat Conny er flink de pas in zet, ze is blijkbaar bang dat ze ons kwijt raakt. Bij de oversteek aangekomen staat het water inderdaad behoorlijk hoog in het midden, dat wordt het niet! Al snel zien we een zijpad, echter dat stopt en al glibberend moeten we een stukje naar beneden om bij de stenen te komen die netjes op een rijtje af en toe een stukje boven het water uitkomen. Helaas ben ik niet zo groot, dus op de knieën kruip ik naar de glibberige oversteek. Met behulp van mijn stokken komen we fier rechtop en met droge voeten aan de overkant. We besluiten om op de dames te wachten. Al zwaaiend met de stokken jagen we ze de schrik op het lijf, maar daar zijn ze niet gevoelig voor. Met veel bravoure komen zij ook glibberend en glijend droog over.
Zij hebben zich voorgenomen zichzelf te verwennen met een lekkernij na de oversteek. Wij lopen door en wie weet zien we elkaar vanavond. Alle dagen komen we ze wel tegen. Twee stoere dames, met veel humor, die enorm genieten van deze tocht. In Alaska is alleen maar water, weinig wegen en geen wandelmogelijkheden waar ze wonen. Pff. Dat lijjkt ons wel een saai leven? Als we de weg vervolgen blijft deze zich eindeloos voor ons uitstrekken, heuvel op en heuvel af èn geen dorp te bekennen.
We stuiten zowaar nog op een picknickplek. Ook al ziet deze er zeer smoezelig uit. We gaan zitten en laten ons de broodjes heerlijk smaken. Ondertussen ergeren we ons aan alle voorgangers die hun rotzooi hier hebben gedumpt. Na deze stop hebben we genoeg energie om de laatste kilometers naar Zafra te lopen. Tegen het centrum van de oude stad vinden we een albergue. Het is een mooi oud pand wat ze van binnen aan het opknappen zijn. Een prachtige stek om te verblijven. Authentiek, kleine slaapzalen, een gloednieuwe badkamer en niet onbelangrijk een gezellig ontvangst. Het verbaast ons dat je met je smerige kleischoenen gewoon overal mag doorlopen.

We checken in en voor € 24 hebben we een prima slaapplek. Gratis wordt alle vuile kleding voor ons gewassen als wij ondertussen in een restaurant van het menu del dia genieten. Als we terugkomen zijn de Connie en Su ook gearriveerd. Ook 'Hans' onze Zweedse peregrino is gearriveerd. We zijn met 5 peregrinos in deze albergue die wordt beheerd door vrijwilligers. Een idee voor ons volgend jaar?

maandag 23 maart 2015

6. Monesterio - Fuente de Cantos 20 km.

Maandag 23 maart, etappe 6
Het hotel is gesloten en voor het ontbijt hebben we een 'knapzakje' met verrassingen gekregen. Het is voldoende om de maag te vullen. Het dorp slaapt nog als wij door de lange hoofdstraat het dorp verlaten. Tegen het einde van de straat is zowaar een café open. We nemen nog een kop kofffie,want onderweg is er niets. Altijd mannen in het café. Voor de mannelijke Spanjaarden is het heel gewoon om 's morgens bij de koffie en het zoete broodje een glas wijn of likeur erbij te nemen en vervolgens met de 🚗 te vertrekken. Wij wandelen rond half negen het dorp uit en via een prachtige oude landweg met aan weerszijden oude steenopstapelingen gaan we het heuvellandschap binnen.
Deze landweg is al honderden jaren oud. De Romeinen hebben deze route al gelopen. Al mijmerend dwalen je gedachten ook honderden jaren terug. Waren het opstandelingen die met hun paarden, vee, karren, mensen en proviand hun weg naar het noorden zochten of waren het nomaden met hun vee naar het noorden trokken op zoek naar meer eten en onderkomen? De Via de La Plata stamt uit de Romeinse tijd en sommige delen van de route zijn nog steeds grotendeels in tact. Je wandelt op de oorspronkelijke Romeinse wegen. De wegen lopen langs meanderende beekjes,
zijn soms rotsachtig ,dan weer zanderig vermengd met grint en klei. Het landschap is prachtig, mooi groen, grote groepen steeneiken waartussen de Iberische varkens, de geiten en de schapen hun eten vinden. Een grote kudde schapen heeft moeite om ons door te laten, pas als de herder een schelle fluittoon laat horen gaan ze een kant op.
Na 10 km verandert het landschap, ineens grote kale heuvels voor ons waar de boer het land aan het omploegen is of er staan al jonge korenplanten. De weg blijft onverhard, maar wordt saai. We zien al kilometers voor ons hoe de weg zich kronkelt door het kale heuvellandschap en heel in de verte lijkt het dorp maar niet dichterbij te komen. De benen beginnen te protesteren en willen graag rusten. Echter weinig keien om op te zitten. Als we eindelijk in het dorp aankomen laten we ons niet verleiden om via de caminobordjes een albergue te gaan zoeken, maar ons routeboekje te volgen. Het beschrijft een mooie privé herberg. Inderdaad een prachtig entree, hoge voordeur met glas in lood, marmeren trappen en de tweepersoonskamer is groot en heeft hoge plafonds. Zelfs een zwembad. Jammer dat we de zwemkleding thuis hebben gelaten. Alhoewel het wordt wel een hele frisse duik. Neen, de badkamer met al zijn luxe is geweldig. We zijn weer fris en fruitig en gaan snel op zoek naar een restaurant.

zondag 22 maart 2015

5. Real de la Jarra -Monesterio, 20 km.

Zondaag 22 maart, etappe 5.

Al we uit het raam kijken rond half acht hangt er en dichte nevel over de heuvels. Niet vreemd na zovel regenval. Enfin, het is droog en na ons mierzoete ontbijt van ieder 3 cakejes en wat yogurt gaan we op pad. Ons ontbijt haalt het niet bij onze medepelgrim, met wie wij in deze hut, hebben overnacht.  Hij heeft alles wat lekker is; chocolademelk, boccadillos met ham en mayonaise, soep, etc. Echter als we samen de voordeur uit willen, moet de extra deur open om hem uit te laten. Wij hebben meteen een lichte voorsprong  op weg naar onze volgende bestemming. De gezellige corpulente Schot, met wie wij gisterenavond nog in gesprek zijn gekomen, gaat tot aan Salamanca wandelen en daar een week lang een cursus Spaans volgen. Hij heeft zijn baan opgezegd en wil hier een nieuw leven gaan opbouwen. Wat een avonturier! We hopen dat hij de routes kan lopen?  Pff.. Hij weegt minstens 130 kilo, rookt, loopt met ingepakte knieën en draagt zijn bagage zowel op zijn rug als aan de voorkant. We denken dat zich aan de voorkant zijn proviand bevindt en aan de achterkant zijn survival benodigheden. Tja, als we nu een dagje met hem meewandelen weten we zeker wat hij allemaal voor lekkers in zijn proviandtas heeft. Alleen denken we dat onze voeten dan zijn doorgezakt, want met een gemiddelde van 3 tot 4 km per uur wandelen daar worden wij niet blij van.
Als we het dorp verlaten is onze Schotse pelgrim niet meer te zien. Zal hij het café al opzoeken? Inmiddels begint het te regenen, shit, het ging zo goed de afgelopen dagen. Wij hijsen ons in de regenbroeken, doen de regenhoes om de rugzak en  trekken de regenjas wat dichter om het lijf. De eerste 'waterversperring' komt al in zicht. Er zit niets anders op dan er doorheen te waden.Een makkie met onze waterdichte bergschoenen. Het heuvelachtige pad wat we lopen kronkelt zich kilometers lang door de uitgestrekte landerijen waar de oude steeneiken zich weelderig aan ons tonen. Gekromd, lenig in zijn takken en nu mooi groen

.
in het blad tonen zij zich gracieus. Ja, die hebben al heel veel pelgrims voorbij zien strompelen. Behalve dat we veel leeuwerikken spotten en de koekoek zich laat horen is er weinig te zien of te horen. Weinig tot geen vee. Na 12 km hebben voor het eerst een koffiestop. Die laten we niet aan ons voorbij gaan. We nemen een kop koffie met een chocoladekoek. Het is druk in het grote wegrestaurant. Een zojuist gearriveerde  'bus met Aziaten' houden hier de toiletstop. Als we op het punt staan te vertrekken ontmoeten we onze medepelgrims, de twee Amerikaanse dames uit Alaska en de man uit Zweden. Wie weet ontmoeten we elkaar in de volgende herberg?
De route loopt vanaf nu tussen twee wegen door en als we de laatste heuvel over zijn van vandaag ligt het dorp Monesterio voor ons. Het hotelbord 'Moya' en het speciale peregrinosarrangement spreekt ons wel aan. We nemen onze intrek en op de kamer gaat de kachel op hoog en drogen we de natte kleding. Ook onze Zweedse medepelgrim geniet van het riante onderkomen. Morgen wacht ons een nieuwe uitdaging.


zaterdag 21 maart 2015

4. Almadén de la Plata - Real de la Jarra 14 km.

Zaterdag 21Maart, etappe 4.

De lente is officieel begonnen, maar hier in het zuiden van Spanje zijn de moessonregens losgebarsten. Het begint laat in de middag en gaat gepaard met onweer.
Vanmorgen als het licht door de rolluiken zijn weg zoekt is het droog. Na de lange tocht van gisteren hebben mijn benen een onrustige nacht gehad. Ze zijn blij als ik de voeten weer in de sokken stop die, gevuld met speciale gehwol, weer heerlijk aanvoelen. Het grote voordeel van gehwolcrème is dat je zo in je sokken glijdt, je voeten aanvoelen als supergezonde voeten, de pijntjes spontaan verdwijnen (doping!) en je de sokken eens in de vijf dagen hoeft te wassen. De crème gekregen van een enthousiaste wandelaar. Hij wandelt alle dagen met me mee! George is het ook gaan gebruiken en nu hebben we allebei aangenaam geurende sokken als deze uit de schoenen komen. Ik ga het ook gebruiken voor mijn pijnlijke schouders, die protesteren nog omdat ze niet blij zijn met de alles wat ik in de rugzak heb gestopt. Voor vandaag weer genoeg eten en drinken bij ons. Tot nu toe zijn we niets tegengekomen onderweg en vandaag is dit ook het geval. Als we het stille dorp
verlaten hangt er in de heuvels nog nevel. Het weer voelt klam aan. Uit het dorp passeren we de stierenvechters arena. Stierengevechten worden hier in de zomer nog steeds gehouden. De stieren worden nu gefokt op speciale boerderijen diep in het land en klaargestoomd voor het 'barre gevecht' met de torreador. Vandaag wandelen we ook door het national park ' Sierra del Norte'. In het park zijn grote varkensbedrijven met de Iberische zwarte varkens.  We denken dat het houden van deze varkens een goed inkomen geeft. We passeren een prachtige villa. Deze wordt bewaakt door een aantal flinke honden.

George heeft zijn dazer in de aanslag. Luid blaffend laten ze wel merken dat we niet erg welkom zijn. Een grote geitenkudde passeert ons en wij banen ons een weg tussen hun door.  Het is hier flink heuvelachtig en af en toe hebben we een stevig klimmetje. Ook in de beekjes stroomt voldoende water om ons met de nodige lenigheid er droog over te laten komen. Het blijft een 'uitdaging' om eerst te kijken waar kan ik het beste oversteken en dan om droog over de glibberige stenen te komen. Je snapt niet waarom ze voor de pelgrims geen mooie bruggetjes maken. Het geeft je zoveel minder stress en veel plezier bij het oversteken!Gelukkig bieden de stokken voor de pensionistas houvast. Na bijna drie en half uur wandelen door het prachtige park komen we aan in Real de Jarra.
We zijn het dorp nog niet binnen gewandeld of de eerste herberg, links van de weg, heeft zijn deuren al geopend. Buiten op de trappengalerei staat de Franse dame die mijn eerste nachtrust behoorlijk heeft verstoord. Wat een geluk dat zij zich laat zien, we groeten haar hartelijk en denken 'een snurker minder' brr. Bij de volgende herberg worden we al opgewacht door een vriendelijke señorita. We aarzelen even, maar ze nodigt ons uit om haar kamers te bekijken. Kijken kan geen kwaad.  Laat nu de beste tweepersoonskamer al bezet zijn door een zeer corpulente heer. En wij denken dat we de eerste zijn. Er blijven vierpersoonskamers over. Non,non, maar de señorita heeft een verrassing voor ons. Op de begane grond is een driepersoonskamer alleen voor ons. Dat wordt 'm. We sluiten de deal voor € 20.
We hebben de hele middag nog voor ons. Heerlijk. Lekker lezen, dwalen door het witte dorpje en genieten van de vino tinto. De zon breekt zowaar even door en we nestelen ons op het dakterras alwaar we nog even wegsoezen.
Morgen verlaten we de provincie Andalusie met zijn witte dorpjes en wandelen we de Extremadura in. Een provincie zo groot als Zwitserland. Inmiddels is de lucht weer grijs en regent het pijpenstelen.
Aldus naar waarheid opgetekend, Sr George Steenvoorde

vrijdag 20 maart 2015

3. Castilblanco de Los Arroyos-Almaden de la Plata. 29.5 km

Vrijdag 20 maart. 3e etappe.
Vandaag een lange wandeldag. Oeps, dat wordt afzien zoveel kilometers hebben we nog niet gemaakt.Op de kamer nuttigen we een ontbijt. Nou ja, noem het snoepgoed. Een paar cakejes en wat yogurt, daar gaan we mee starten. In het café nemen we nog een kop koffie. Zo, nu moet het gaan lukken. Jammer dat we deze mooie overnachtingsplek gaan verlaten. We wandelen het langgerekte dorp uit wat rond half negen nog stil en verlaten is.

 De eerste 17km lopen we langs een rustige N-weg. Dat is wel erg saai, maar aan beide kanten van de weg zijn uitgestrekte landerijen met veel bomen. Doet men nog een poging om de gekapte bomen te verbranden.
De vogels zingen hun lied en wij proberen hun deuntje te onthouden. Helaas worden we afgeleid door twee verliefde pelgims. We hebben ze al in de eerste hut ontmoet. Een 'belegen Italiaan met bierbuikje' en een jonge blonde uit de Baltische staten hebben elkaar gevonden. Ze kunnen niet van elkaar afblijven. Op de weg, gelukkig weinig verkeer, knuffelen ze elkaar en is de wereld even helemaal van hen. Oh,wat romantisch. Zij straalt en laat haar blonde haren nog eens wapperen. Ze vervolgen hun weg en blijven niet ver voor ons lopen. Haar tempo ligt wel te hoog voor hem. Hij moet er stevig de pas in houden om haar te kunnen volgen. Misschien doet hij dat ook wel expres want 'het ziet er strak uit Arie'!  Af en toe stopt ze, wacht tot hij weer bij haar is en vervolgens lopen ze hand in hand verder. Jammer, we raken ze kwijt. Ze vinden een piknickplekje en wij lopen door. Na ongeveer 14 km komen we de volgende twee pelgrims tegen, de Amerikaanse dames, allebei stevig in het vel en de rugzakken zijn niet al te groot. De ene dame wil graag een praatje maken. Ze vertelt dat het gezellig was in de herberg en ze heerlijk hebben geslapen, geen lawaa!  Wij denken 'veel plezier in de hut als je ons maar niet uinodigt'. Eindelijk, na 17 km slaan we af het national park 'Sierra del Norte '  in. Hier zullen we ruim 11km doorheen lopen. We rusten uit, eten wat en halen de voeten uit de schoenen. Die willen tenslotte ook wel wat zien! Nadat we de voeten terug in de schoenen hebben geduwd vervolgen we ons pad. Een prachtig gebied doorkruisen we. Het park heeft een diversiteit aan bomen o.a.  kurkeiken, steeneiken,
eucalyptusbomen en dennenbomen. Het park is heuvelachtig en heeft brede paden die gelukkig veel grint bevatten. Prachtige stenen liggen er aan de zijkant van het pad, waar soms ook 'steenmannetjes' van zijn gemaakt. Erg verleidelijk om een kleins steentje mee te nemen. Toch maar laten liggen genoeg kilo's in de rugzak. Gisterenavond heeft het flink geregend en ook voor vandaag is veel regen voorspeld. Niets van dat, het is bewolkt en af en toe probeert de zon door het dikke wolkendek te komen. Volgens het routeboekje leven hier ook herten. Wij zien alleen een dood hert waar de roofvogels zich tegoed aan hebben gedaan, alleen de staart en een poot bevatten nog huid verder alleen nog bot. Wij kuieren voort en negeren de pijntjes aan de schouders en prijzen onze voeten. Vlak voor het einde van de etappe moeten we nog stevig klimmen, boven gekomen is een weids uitzicht ons cadeau. We dalen af naar het dorp. De Iberische varkens verwelkomen ons, uit hun kelen klinken schorre krakende geluiden. Aangekomen in het dorp is het nog even zoeken naar ons verblijf. Casa Cochina is een klein hostal die we gisteren hebben
gereserveerd. We krijgen een tweepersooonskamer. Pfff.. rugzak af,schoenen uit en op naar de warme douche. Helaas el señor was vergeten de warm waterknop om te zetten. Snel aankleden en gaan genieten van een heerlijk menu del dia. Vandaag patates en calamares. Buiten is het inmiddels gaan regenen en onweersbuien vergezellen het. De stroom valt regelmatig uit. Wat hebben wij een geluk gehad. Morgen zien we verder.

donderdag 19 maart 2015

2. Guillane-Castilblanco de Los Arroyos 17.4 km.

Donderdag 18 Maart. Etappe 2.

Brrr.. De eerste nacht in de albergue is zeer onrustig verlopen. Diverse orkesten van grote tot kleine serenades zijn ons gepasseerd. Onze Franse gezelschapsdame heeft het talent dat je al je spullen bij elkaar raapt en op zoek gaat naar de bank in de verblijfsruimte. Dit was voor de afgelopen nacht de meest luxe plaats. Dat gaan we vandaag anders doen besluiten we samen! Rond 7.00 is de dag begonnen. Een ieder maakt zijn eigen eten klaar, wat hier over het algemeen bestaat uit geroosterd brood. Daarna verlaat ieder de albergue en gaat op pad. Wij vertrekken om 08.45. Het is buiten nog fris en bewolkt. De rugzakken voelen nog niet aan als pantoffeltjes. Pijntje hier, pijntje daar. Je hoort ons denken; " wat zit er teveel in de rugzak wat we kunnen wegdoen"? Enfin, niet nadenken!  We wandelen het eerste stuk van ongeveer 4 km langs de openbare weg, waar het verkeer langs ons raast. We wandelen vandaag door het natuurpark; Sierra del Norte van Sevilla. We buigen via een industrieterrein af naar een onverharde weg die bestaat uit soppige klei en grint. We passeren grote olijfboomgaarden waar men al druk bezig is met sproeien tegen de ongewenste 'gasten'. Een stuk verder, enorme sinasappelboomgaarden waar de kratten en ladders voor de grote sinasappelpluk klaar staan. Grote boomgaarden met knotsen van sinasappels.
Erg verleidelijk om er niet een paar te plukken en meteen te verorberen. We gedragen ons en kijken er alleen maar naar. We blijven door een prachtig stukje natuur lopen en het pad, wat af en toe rotsachtig is, loopt tussen twee grote haciendas. Deze haciendas bezitten enorme oppervlaktes aan land waar veel runderen of paarden lopen. Onderweg komen we een enkele pelgrim tegen die ons eerder uit de hut heeft verlaten. Het onverharde pad
verloopt glooiend en we genieten van mooie vergezichten, de natuur die nu nog prachtig groen en kleurrijk aan het worden is. De lavendel, de rozemarijn, salie, tijm en witgevlamde rozen staan in bloei en geuren heerlijk. We pauzeren af en toe en daar is het lijf heel blij mee. We spotten nog de blauwe ekster en de hop en diverse onbekende vogels. Inmiddels zijn we 440m gestegen en komt het kleine dorpje in zicht. Na 4 uur wandelen komen we langs een hotel, die op de route ligt. ' De benen volgen hun eigen weg en zijn niet meer te corrigeren'!  We laten ons verwennen. Heerlijk genieten van onze welverdiende rust. We zullen de herberg vannacht niet missen. Morgen een lange etappe, 30.4 km.

woensdag 18 maart 2015

1.Sevilla naar Guillena 22.5 km.

Vertrek uit Sevilla. Etappe 1 Woensdag 18 maart.
Het is droog! Gisteren zijn de sluizen opengegaan en er is hier voorlopig genoeg water naar beneden gekomen. De afgelopen 3 weken is het in Sevilla zomer geweest. Alleen dat is nu ver te zoeken. Gelukkig komen we uit Holland en is de overgang voor ons niet groot. Jammer van ons extra dagje Sevilla.
Vandaag onze eerste wandeletappe.Goed gemutst gaan we op pad. De GPS wijst ons de weg de stad uit en ook de gele routepijlen helpen een handje. Het routeboekje kan in de zak blijven. 2 jaar geleden hebben we de Via de la Plata gefietst en nu wandelen we deze route. De route is niet mooi te noemen. We dwalen door vele straten, door een industrieterrein, passeren diverse rotondes en eindelijk verlaten we de verharde weg. Nu 7.5 km over een onverharde glooiende weg. Dit pad herkennen we en vooral als we halverwege niet verder kunnen. Het water staat hier hoog op het pad. Pfff. Doen we de schoenen uit? Echt niet. We vinden een zijpad wat hoger op wat er droog uitziet,echter dat is van zeer korte duur. We komen voor vies water te staan en hebben geen keus. We moeten er doorheen. George zoekt als eerst zijn pad naar de overkant. Glibberend over een paar smalle boomstronkjes weet hij overeind te blijven en komt heelhuids aan de overkant.

Na enig geaarzel kies ik voor een andere route. Ik weet een smalle boomstronk vast te pakken en via smalle boomstronken die over het water zijn gelegd kom ik aan de andere kant. De klus is droog geklaard en we vervolgen ons pad over de lange kleiweg bedekt met grof grint. Door de regen van gisteren is deze weg af en toe drassig met als gevolg dat we regelmatig dikke vette klei als extra zool onder onze schoenen dragen. Goed voor de demping! Langzaam komt het dorp Guillane in zicht. Nog even doorzetten en we zijn op de plaats van bestemming. Tot onze stomme verbazig lopen we tegen een stromende beek aan die we van bovenaf zien liggen. We lopen een stukje rechts, gaan terug, dan naar links. We turen naar de overkant en zien de gele pijlen doorlopen. We moeten een steile natte kleiheling af om bij de rivierbedding te komen. George gaat eerst en al glijend probeert hij overeind te blijven. De grote bamboestengels onderbreken zijn glijpartij en daarna is er geen houden meer aan. Hij glijdt onderuit en beneden aangekomen zijn rugzak en broek verandert in een bruine kleismurrie. Nu ik nog!!!! Ik besluit om na de eerste glijpartij meteen te gaan zitten. Het achterwerk glijdt snel over de klei en even waan ik mij in de sneeuw. Jammer het resultaat is overal klei, maar we zijn beneden aan de bedding. We stappen via stenen door het stromende water naar de overkant. We spoelen de kleismurrie van onze kleding,rugzak en handen.
Als we straks geluk hebben komen we in een albergue waar een wasmachine is (volgens ons routeboekje). Als we het dorpje binnen wandelen komt de geitenhouder met zijn kudde ons tegemoet. Guillane is een typisch dorpje in Andalusie, allemaal witte huizen. We vinden al snel de albergue. Hier moeten we wachten op senorita Pilar. We zijn de eerste en worden hartelijk verwelkomt alsof we dikke vrienden zijn. Twee kussen op de wang. Het is een mooie kleine albergue.  We krijgen een driepersoonskamer. Niet verkeerd denken we. Na een douche geven we de vuile kleding aan Pilar en zij doet de was voor ons.Wat een verwennerij. In het kleine dorpje vinden we een café en daar eten we een menu del dia voor €6,00. Prima de magen zijn gevuld. Terug in de Albergue zijn er meerdere pelgrims gearriveerd en langzaam druppelt de hut vol. Onderweg twee mensen gezien en nu zijn we al met 8 mensen,met diverse nationaliteiten. We gaan onze talen maar oefenen.

dinsdag 3 maart 2015

Inleiding

Beste volgers,
Opnieuw gaan we een uitdaging aan. Deze keer gaan we met de "benenwagen" en laten de fietsen thuis. We gaan een lange voettocht maken van 1000 km of ietsje meer! Ja, je leest het goed en wij horen je denken  'waar beginnen ze aan`. Dat weten we eigenlijk zelf ook niet. Wat we wel weten dat we  Spanje te voet willen leren kennen. Nadat we het vrijwilligerswerk in Roncesvalles hebben gedaan zijn we aangestoken door de vele pelgrims die te voet de camino Frances zijn gaan wandelen. Deze route is echter ontzettend druk en commercieel geworden. Wij kiezen voor een rustigere route, 'Via de la Plata' dan wel de Zilverroute. Deze route was al in de Romeinse tijd een belangrijke verbinding tussen Sevilla en het noorden van Spanje. Het werd ruim 2000 jaar geleden aangelegd als heerbaan van de Romeinse legioenen. Door de ontdekking van het apostelgraf van Sint Jacob (Santiago) in 813 werd de Via de la Plata een belangrijke pelgrimsroute naar Santiago de Compostela. Deze pelgrimsroute kent een grote landschappelijke variatie, een verscheidenheid aan cultuur, mooie historische steden met prachtige monumenten uit diverse periodes van de Spaanse geschiedenis.
We starten op woensdag 18 maart uit Sevilla, nadat we eerst nog 1 dag hebben kunnen genieten van deze mooie stad. We starten aan de voet van de befaamde Giralda bij de kathedraal.
De rugzakken zijn gepakt en de schoenen staan te trappelen om te beginnen. Zodra we vertrokken zijn  doen we  hier regelmatig verslag van deze nieuwe uitdaging!

Heb je geen zin om ons te volgen, laat het me even weten via de email: afra.steenvoorde@gmail.com, dan haal ik je uit de verzendlijst of je gebruikt eenvoudig de delete knop.Wil je een berichtje plaatsen dan ook via mijn email.