maandag 23 maart 2015

6. Monesterio - Fuente de Cantos 20 km.

Maandag 23 maart, etappe 6
Het hotel is gesloten en voor het ontbijt hebben we een 'knapzakje' met verrassingen gekregen. Het is voldoende om de maag te vullen. Het dorp slaapt nog als wij door de lange hoofdstraat het dorp verlaten. Tegen het einde van de straat is zowaar een café open. We nemen nog een kop kofffie,want onderweg is er niets. Altijd mannen in het café. Voor de mannelijke Spanjaarden is het heel gewoon om 's morgens bij de koffie en het zoete broodje een glas wijn of likeur erbij te nemen en vervolgens met de 🚗 te vertrekken. Wij wandelen rond half negen het dorp uit en via een prachtige oude landweg met aan weerszijden oude steenopstapelingen gaan we het heuvellandschap binnen.
Deze landweg is al honderden jaren oud. De Romeinen hebben deze route al gelopen. Al mijmerend dwalen je gedachten ook honderden jaren terug. Waren het opstandelingen die met hun paarden, vee, karren, mensen en proviand hun weg naar het noorden zochten of waren het nomaden met hun vee naar het noorden trokken op zoek naar meer eten en onderkomen? De Via de La Plata stamt uit de Romeinse tijd en sommige delen van de route zijn nog steeds grotendeels in tact. Je wandelt op de oorspronkelijke Romeinse wegen. De wegen lopen langs meanderende beekjes,
zijn soms rotsachtig ,dan weer zanderig vermengd met grint en klei. Het landschap is prachtig, mooi groen, grote groepen steeneiken waartussen de Iberische varkens, de geiten en de schapen hun eten vinden. Een grote kudde schapen heeft moeite om ons door te laten, pas als de herder een schelle fluittoon laat horen gaan ze een kant op.
Na 10 km verandert het landschap, ineens grote kale heuvels voor ons waar de boer het land aan het omploegen is of er staan al jonge korenplanten. De weg blijft onverhard, maar wordt saai. We zien al kilometers voor ons hoe de weg zich kronkelt door het kale heuvellandschap en heel in de verte lijkt het dorp maar niet dichterbij te komen. De benen beginnen te protesteren en willen graag rusten. Echter weinig keien om op te zitten. Als we eindelijk in het dorp aankomen laten we ons niet verleiden om via de caminobordjes een albergue te gaan zoeken, maar ons routeboekje te volgen. Het beschrijft een mooie privé herberg. Inderdaad een prachtig entree, hoge voordeur met glas in lood, marmeren trappen en de tweepersoonskamer is groot en heeft hoge plafonds. Zelfs een zwembad. Jammer dat we de zwemkleding thuis hebben gelaten. Alhoewel het wordt wel een hele frisse duik. Neen, de badkamer met al zijn luxe is geweldig. We zijn weer fris en fruitig en gaan snel op zoek naar een restaurant.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten