Maandag 30 maart, etape 13.
Het is nog donker als de eerste peregrinos in de grote slaapzaal hun spullen al bij elkaar zoeken. De plasticzakken bewijzen hun dienst door aan ons te melden dat we nodig uit ons ' holletje' moeten komen. De meeste pergrinos, 14, staan al vroeg bij de voordeur ook al gaat deze pas echt om 8.00 open en geen minuut eerder. Het lijkt wel een gevangenis! Om 8.00 mogen we naar buiten. We worden echt losgelaten. Buenas dia, wat een ochtend! De vrijheid tegemoet. Dag klooster, dag tuin, dag slaapzaal, wij gaan genieten van een mooie wandeling, nadat we in de bar aan de overkant van het klooster een kop kofie en een geroosterd broodje hebben gegeten. Het is al prachtig weer, de zon komt op en laat ons meegenieten van de mooie natuur. Door uitgestrekte velden vervolgen we ons pad. De voetjes voelen uitgerust aan. De onverharde wegen zijn vandaag weer redelijk rustig. De fietsers zijn aan het werk en af en toe een verdwaalde mountainbiker daar hebben we weinig last van.
De schapenboer controleert zijn kudde en de koeien grazen op de uitgestrekte velden. Het is hier in de provincie Badajoz enorm uitgestrekt. Het is een heuvelachtige streek die weinig beplanting heeft. Kaal en weids strekt de route zich voor ons uit. Halverwege kunnen we nog in een wegrestaurant een kopje koffie halen en wat eten. We lopen nog over twee outhentieke oude Romeinse bruggetjes en passeren de eerste Romeinse mijlpaal. (helaas foto's gewist!!, zeker last van een zonnesteek. Je moet op deze route in de Extremadura, erop bedacht zijn, dat er tussendoor vaak niets is te krijge. Geen water, geen eten. Er zijn hier weinig dorpjes. En als je een dorpje ziet ligt deze mijlenver ver voor je uit. We hebben al een aantal keren gehad dat tegen het einde van de een wandeling het dorp in zicht komt. Ah, denken we dan " nog eventjes doorbijten en dan zijn we er". Pff.. dan wordt het pas echt afzien het dorp lijkt wel nooit dichterbij te komen. In de dorpjes waar we de laatste dagen overnachten is bijna niets. Geen banken, weinig winkels, geen internet, een enkele bar en de kerk op het plein, waar de ooievaars hoog hun nesten naast de torens hebben gebouwd. We komen uiteindelijk aan in een klein gehucht,Valdesalor, waar de albergue al aan de rand van het dorp staat. Er is niets anders qua overnachting. Waren we eerst nog met weinig peregrinos onderweg nu lopen we inmiddels met velen. 15 tot 20 op onze route. Elke dag tellen we er meer. Dat is toch uitzonderlijk en iedereen die je aanspreekt is er verbaasd over. Het wordt bijna snel doorlopen om als eerste in de herberg te zijn en de beste plek te hebben.
Gelukkig hebben we stevig doorgelopen. We zoeken een plek in de hoek. Een stapelbed opnieuw. Tja, wat gaat de nacht ons weer brengen. De oordoppen liggen gereed. Langzamerhand loopt de herberg vol met 16 mensen. Meer kunnen er niet bij. We gaan we een roerig nachtje tegenmoet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten