Dinsdag 24 maart, etappe 7.
Brrr. Wat ziet het er somber en nat uit. Vannacht hebben we het al horen tikken, maar je denkt " het lekt vast ergens". Neen, het regent. We hijsen ons in de regenkleding en gaan op pad.
Als we de kerk passeren zien we op de zijkanten van de torens de mannelijke ooiervaars zitten te wachten op hun vrouwtjes die nog uit het zuiden moeten komen. Ze klepperen er flink op los. Laten we maar denken dat ze ons groeten. Bueno camino!!
Eindeloos strekken de landerijen zich voor ons uit en de kleiweg kronkelt er doorheen. Het is flink soppig en de klei blijft regelmatig stevig plakken aan onze schoenen. Na een uur wandelen halen we de twee Amerikaanse dames, Connie en Su, uit Alaska al in. Ze zijn blij dat ze ons zien, want we krijgen nu een echte wateroversteek. Volgens de dames staat het water daar behoorlijk hoog en moeten de schoenen nu werkelijk uit. Ze zijn er onrustig van en vragen of wij er doorheen gaan. Volmondig zeggen we ja, dat avontuur willen we niet missen. Nou ja, we doen wel stoer, maar als we er omheen kunnen lopen is dat ook prima. Daar ons tempo wat hoger ligt dan van hun gaan wij alvast op verkenning. We spreken af dat als we de stokken kruisen dan is het "terrible" en als we de stokken hoog houden dan is het "safe". Als we achterom kijken zien we dat Conny er flink de pas in zet, ze is blijkbaar bang dat ze ons kwijt raakt. Bij de oversteek aangekomen staat het water inderdaad behoorlijk hoog in het midden, dat wordt het niet! Al snel zien we een zijpad, echter dat stopt en al glibberend moeten we een stukje naar beneden om bij de stenen te komen die netjes op een rijtje af en toe een stukje boven het water uitkomen. Helaas ben ik niet zo groot, dus op de knieën kruip ik naar de glibberige oversteek. Met behulp van mijn stokken komen we fier rechtop en met droge voeten aan de overkant. We besluiten om op de dames te wachten. Al zwaaiend met de stokken jagen we ze de schrik op het lijf, maar daar zijn ze niet gevoelig voor. Met veel bravoure komen zij ook glibberend en glijend droog over.
Zij hebben zich voorgenomen zichzelf te verwennen met een lekkernij na de oversteek. Wij lopen door en wie weet zien we elkaar vanavond. Alle dagen komen we ze wel tegen. Twee stoere dames, met veel humor, die enorm genieten van deze tocht. In Alaska is alleen maar water, weinig wegen en geen wandelmogelijkheden waar ze wonen. Pff. Dat lijjkt ons wel een saai leven? Als we de weg vervolgen blijft deze zich eindeloos voor ons uitstrekken, heuvel op en heuvel af èn geen dorp te bekennen.
We stuiten zowaar nog op een picknickplek. Ook al ziet deze er zeer smoezelig uit. We gaan zitten en laten ons de broodjes heerlijk smaken. Ondertussen ergeren we ons aan alle voorgangers die hun rotzooi hier hebben gedumpt. Na deze stop hebben we genoeg energie om de laatste kilometers naar Zafra te lopen. Tegen het centrum van de oude stad vinden we een albergue. Het is een mooi oud pand wat ze van binnen aan het opknappen zijn. Een prachtige stek om te verblijven. Authentiek, kleine slaapzalen, een gloednieuwe badkamer en niet onbelangrijk een gezellig ontvangst. Het verbaast ons dat je met je smerige kleischoenen gewoon overal mag doorlopen.
We checken in en voor € 24 hebben we een prima slaapplek. Gratis wordt alle vuile kleding voor ons gewassen als wij ondertussen in een restaurant van het menu del dia genieten. Als we terugkomen zijn de Connie en Su ook gearriveerd. Ook 'Hans' onze Zweedse peregrino is gearriveerd. We zijn met 5 peregrinos in deze albergue die wordt beheerd door vrijwilligers. Een idee voor ons volgend jaar?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten