vrijdag 1 mei 2015

Santiago dagje Finestère

Donderdag 30 april.

De laatste etappe met de bus naar Finestère. Gunther heeft het voorstel om vandaag naar het werkelijke eindpunt te gaan. Alleen dat gaan we lopend niet redden. Het is ruim 100 km verder en ligt aan de kust. De hele voettocht van Sevilla naar Santiago is het tegen onze principes geweest om met de bus te gaan. Je bent een peregrino en dan ga je het avontuur iedere dag aan. Oké,  na een uitgebreid ontbijt in de hospideria Sant Martin, lopen we naar het busstation. Het regent licht. We vertrekken om 10.00 uur richting Finestère om daar drie uur later aan te komen. Ha,ha. Gunther dacht dat het een busrit zou zijn van ongeveer twee uur. Wij zouden dat echt niet hebben bedacht. Ach, we zijn een dagje 'van' de straat.  Inmiddels is het ' hondenweer'.  De regen valt met bakken naar beneden, het uitzicht is belabberd en het waait. In Finestère aangekomen gaan we eerst aan de koffie en besluiten om toch naar de Cap de Finestère te lopen. Het is maar 3 km. omhoog lopen over de weg. Ik ben de enige die de regenbroek heeft meegenomen, totaal geen overbodige luxe deze keer. In de stromende regen, wat alleen maar erger wordt naarmate we hoger gaan lopen, zo ook de nevel en de wind. We lijken echt wel gek! Bizar,we zien niets en volgen één man, Gunther, die het vandaag in zijn (Sorry) kop heeft gehaald om nog éénmaal de Cap te willen zien. Nou ja zien! We zien helemaal niets, behalve nevel. Inmiddels is iedereen zeik en zeiknat. Een schrale troost we zijn niet de enigen die zonodig de Cap willen bezoeken. Boven aan de Cap zie ik in de nevel een peregrino paal waarop 0.00 km staat.


Trots gaat Gunther hier bij staan en natuurlijk leggen we het vast op de 'plaat'. Nog enige meters lopen we door tot aan de vuurtoren, maar keren daar snel om. De wind doet zijn uiterste best om ons van de Cap af te blazen. Er is verder niets te zien dan nevel. Ha,ha. Helemaal gestoord zijn we vandaag. We lopen de 3 km voor de wind terug en duiken een restaurant in. Als 'verzopen katten' nemen we bezit van het restaurant. We laten ons de vissoep heerlijk smaken. Rond vijf uur gaan we met de bus terug. We voelen ons nu echte dagtoeristen die een dagje Finestère hebben geboekt. Onze reisleider, Gunther, is trots dat hij ons dit stukje van de camino heeft kunnen laten zien. We maken er nog vele grapjes over. Terug in de bus proberen we nog zoveel als mogelijk van de mooie rotskust met zijn vele kleine visdorpjes en baaitjes op te vangen. Helaas na de copieuze maaltijd lukt het niet helemaal om de oogjes open te houden. Terug in Santiago nemen we 's avonds afscheid van elkaar. Het is voorbij. Ieder gaat zijns weeg. Ook voor ons is de tocht voorbij. Vanuit een zeer regenachtig Santiago bereiden we ons voor op de terugreis naar Holland. We verwachten thuis dat de tulpenvelden nog volop in bloei staan.

woensdag 29 april 2015

42. Outeira Á Verda naar Santiago de Compostela, 18 km.

Woensdag 29 april, etappe 42.

06.15 uur, het licht in de slaapzaal gaat spontaan aan. Van uitslapen is hier geen sprake. We stoppen ons hoofd nog even diep in de slaapzak, maar dat helpt weinig. Dus vroeg op en vroeg op pad. Dag herberg, dag slaapzalen, dag snurkers, dag wasjes, dag stinkschoenen, we gaan jullie verlaten! Op naar Santiago, het wacht op ons. Nog 18 km te gaan, die raffelen we zo snel mogelijk af. Een pinut voor ons. We willen om 12.00 uur in Santiago zijn om de H.Mis bij te wonen. Deze wordt dagelijks speciaal voor de peregrinos opgedragen. Het is vandaag lekker voorjaarsweer. In het dal is het nog nevelig, maar wij lopen al in het zonnetje. We lopen door een paar kleine dorpen, over smalle wegen en genieten van het uitzicht.
Maar eigenlijk is onze blik op één ding gericht en dat is de kathedraal. We gunnen ons nog een laatste bak koffie als peregrino en met z'n vieren beginnen we bijna weemoedig te worden over wat we wel niet zullen gaan missen. Na goed drie en half uur lopen komen we fris en fruitig aan in Santiago. We komen binnen via de oude Romaanse brug en hebben nog een stevige klim omhoog om bij de kathedraal te komen. De route Via de la Plata is rustig. We wandelen als enigen omhoog. Eenmaal vlak bij de kathedraal begint het een heel klein beetje te lijken op de ' intocht van een vierdaagse'.  Echter het is nog betrekkelijk rustig in de stad.

We lopen meteen door naar het peregrinobureau waar we ons 'Compostelaat' gaan halen. We moeten zelfs even in de rij staan. Geen probleem het is lekker weer. Daarna lopen we snel naar een servicepunt waar we onze rugzakken even kunnen 'stallen'. Precies op tijd arriveren we in de kathedraal en luisteren daar met nog velen de H. mis op. Toch wel speciaal om zo je tocht te beëindigen. Even tijd voor jezelf. Je gedachten nog eens overal en nergens naartoe laten gaan en je bewust worden van een prachtige zesweekse voettocht door een geweldig deel van Spanje. Sevilla naar Santiago, het was overweldigend.
Prachtige, meestal lange tochten gemaakt door zeer eenzame streken, diverse provincies van Spanje doorkruist, ieder met zijn bijzondere dorpen, de mijlpalen in de Extremadura, de mooie peregrinostenen in Galicïe, de vele verlaten woningen, zijn inwoners, zijn overnachtingsplekken en de natuur die prachtig tot bloei kwam.

41. Sillade naar Outeiro/ Á Vedra. 28 km.

Dinsdag 28 april, etappe 41.
Gisterenavond in de bar aan de overkant van het hotel nog heerlijke tapashapjes gehad van el señor. Als we een drankje bestelde kwamen er meteen diverse kleine hapjes bij. Het verschilt per bar of café. Soms krijg je niets en soms zijn de hapjes niet aan te slepen. Ze zijn heel divers, je krijgt stukjes vis, kip of gebakken groene pepers of chips, of olijven etc. Heerlijk na een lange wandeling en ook als je laat in de middag hebt gegeten zijn de tapashapjes een lekkere aanvulling. Desalniettemin het ontbijt smaakt vanmorgen weer prima na een heerljk nachtje slapen. Het weer ziet er goed uit. Het is droog.
Eindelijk na drie dagen in de regen te hebben gelopen. We wandelen vandaag ongeveer 24 km en dan hebben we morgen een korte etappe naar ons eindpunt Santiago. Ook vandaag blijft het landschap glooiend. De dorpjes veranderen enigszins. Ze zien er rijker uit en de boeren bezitten grote landerijen. Hier her en der zelfs wijngaarden. Waren de druivenranken vijf weken geleden nog zonder blad nu zijn al vol met blad.
Tegen het einde van de middag arriveren we bij de herberg . We lopen nog langs een oud kapelletje met een waterbron erbij.  Het is hier stil en verlaten, echter de herberg ligt op een fantastische plek. We nemen brutaal de herberg in beslag. We zetten er koffie, gebruiken de een grote glazen fles om onze witte wijn erin te koelen. Deze hebben we in en supermarkt gekocht omdat er hier niets te krijgen is. Er is wel een restaurant op 1km van de herberg. Als de hospitalora komt, ruimt zij meteen onze gebruikte bekers op. De fles wijn gaat uit de ' koeler'  en de douches worden gesopt. Enfin, wij  zijn inmiddels op de bank in slaap gevallen. Als we ons inschrijven wordt al snel duidelijk dat er hier niets maar dan ook niets is in dit dorp. Zelfs geen restaurant. Een groot probleem, we hebben inmiddels honger en we hebben niets aan eten nog bij ons. Na heel lang talmen bij de hospitalera en onderhandelen wil ze ons rond zeven uur naar een restaurant in de omgeving brengen. TOP. We moeten zelf terug zien te komen. Prima, wie dan leeft wie dan zorgt! Rond zeven uur worden we ongeveer drie kilometer verder bij een restaurant afgezet. We eten bij la señorita geweldig. Nu nog terug? Een taxi? Lopen? Het laatste daar moeten we even niet aan denken. Tot onze stomme verbazing staat de hospitaleroa na ruim een uur weer voor ons klaar. Zij brengt ons terug. In de herberg moeten we met haar toosten. Een stevig glaasje jenever met bonbons krijgen we van haar. Oeps, het smaakt goed en we hebben een gezellig uurtje met haar. Voor morgen heeft ze het ontbijt al voor ons klaargezet. En alles gratis! Ongelofelijk. Wat zijn vele mensen hier bijzonder gastvrij. Tja, de tocht zit er bijna op. Nog één etappe te gaan. Ongelofelijk! Het is niet voor te stellen dat we er bijna duizend kilometer te voet erop hebben zitten. Zo ook dat we heel gemakkelijk zeggen, " ach morgen maar een korte etappe 20 km." Dat hadden we zes weken geleden echt niet gedacht dat we alle dagen zouden wandelen. Eenmaal in de flow dan ga je alle dagen op pad. Je arriveert meestal rond twee á drie uur in de middag op de plek van bestemming en je hebt nog genoeg uren over om te herstellen van de wandeling. Meestal is na een douche de vermoeidheid snel over. Als peregrino zijn een paar dingen alle dagen belangrijk; de voeten, het eten, het weer, de afstand en de overnachtingsplek en Wifi ha,ha. Vandaag weer geen internet in dit gehucht. Minder belangrijk wordt; de kleding, het gaat een beetje slobberen om het lijf, het raakt versleten. Verder komen er gaten in de sokken, de schoenen gaan lekken, maar de rugzak lijkt wel nooit lichter te worden. En het haar van mij hangt nu 'op zolder'. Erg belangrijk zijn geweest alle leuke mensen die je ontmoet op een camino. Die gaan we na morgen missen. Vooral Gunther en Connie zij zijn onze 'camino kameraden' geworden. Connie uit Alaska is bijna zes weken met ons mee gelopen en Gunther uit Bremen drie weken. Morgen Santiago.

maandag 27 april 2015

40.Castro Dozón naar Silleda, 31 km.

Maandag 27 april, etappe 40.

We zijn vroeg wakker, pakken in donker onze rugzak vol met onze spullen en verlaten het ongezellige pand. Echter in het gehucht kunnen we geen koffie krijgen. Het plaatselijke café gaat om 08.00 uur open, maar la señorita heeft geen brood of ander lekkers voor ons, alleen een zak chips. Zo' n vette hap daar hebben we echt geen trek in. Na 6 km zal er een café open moeten zijn, dus volle goede moed gaan we op pad. Het is nog droog al ziet de lucht er absoluut niet helder uit. We hebben de regenkleding meteen al aangedaan. Helaas na 6 km helemaal niets. Balen, mijn maag knort al behoorlijk van de honger en inmiddels is het gaan regenen. Van de prachtige omgeving zien we niet veel, het is nevelig en als het na een bui opklaart, zien we hoe mooi glooiend, groen en heuvelachtig de omgeving is. We stoppen even om een cakeje te eten en lopen verder in afwachting wat er gaat komen om de maag te vullen. Als we niet over de weg lopen dan ploeteren we door de drassige smalle paden die ook door de koeien worden gebruikt. Wat en opluchting eindelijk een groot dorp in zicht, waar we al snel een uithangbord van een café zien. Eenmaal daar binnen worden verwend met een grote bocadilo met kaas en heerlijke koffie. De helft van de grote bocadilo gaat in de rugzak, voor onderweg. Hier in Galicïe, wat een prachtige provincie is, is echter ook zeer arm, en zijn de dorpjes bijna verlaten. Er wonen zeer weinig mensen, enige boeren, mooie tweede huizen en voor ons is er de laatste 10 dagen weinig te vinden aan eten onderweg. Ook dat went. We gaan weer verder en de drassige paden zijn weer kleine beekjes aan het worden. De regen valt gestaag.
We passeren nog een oude Romaanse (of Romeinse) brug uit 1500 en via grote keien glibberen we omhoog. De route gaat op en neer. Na ruim 6 uur lopen komen we aan in Silleda. We vragen de weg naar het hotel Ramos en eenmaal daar geïnstalleerd genieten we van de luxe. De was de deur uit en even geen peregrinos om ons heen. We zijn wel met Gunther en Connie. Ook zij hebben een kamer genomen. Samen zullen we Santiago gaan halen. Nog twee etappes te gaan. We gaan afbouwen. Al krijgen we alle vier de neiging om morgen in één keer door te stomen. Neen, dat doen we niet!

zondag 26 april 2015

39.Cea naar Oseira en naar Castro Dozón. 26 km.

Zondag 26 april etappe 39.

Na een gezellige avond in de herberg met vele nieuwe peregrinos, is het weer snel ochtend. We zijn nu minder dan 100 km van Santiago de C. af en het wordt merkbaar. Gisteren zijn veel Spanjaarden gearriveerd en zij lopen in 3 tot 4 dagen naar Santiago. Als je 100 km voor Santiato instapt krijg je ook je compostolaat (pelgrimspaspoort). Én het is opnieuw vakantie voor vele spanjaarden! Hip hoi voor ons. De herbergen lopen weer vol of raken overboekt. Vanmorgen zijn we rustig opgestaan en ontbijten in het dorp. Als we het dorp verlaten volgen we snel de gele pijlen, zoals we dat alle dagen doen. We zijn met Gunther en we vertrouwen op George zijn GPS. Echter na 3 km komen we erachter dat we verkeerd lopen. We hebben niet de juiste route naar Oseira waar we het klooster willen gaan bezoeken. Shit, het regent ook nog pijpenstelen en wat nu? We duiken na 5 Km een café in, drinken een bak koffie en vragen de korste weg naar Oaseira. 8 km zegt de cafébaas. Pff. Enfin met behulp van George zijn GPS stippelen we een nieuwe route uit. We dwalen door de heuvels en ondertussen valt het met bakken uit de hemel.  Na anderhalf uur lopen en drijfnat bereiken we Oseira. We duiken meteen de bar in en gaan eerst wat eten. Inmiddels is het al twaalf uur en zijn we nat en koud. Nog wel op tijd om het inmens grote sobere klooster te bezoeken, een voormalig Trappistenklooster.
 Jammer de rondleiding is in het Spaans. Het interieur is heel sober en de ruimten zijn enorm. Koud komen we uit het klooster vandaan en opnieuw warmen we ons op met een kop thee in de bar.
Tja, al veel extra kilometers gelopen vandaag (lusje van 9 km!!). We zijn er niet echt blij van geworden. Het valt nog steeds met bakken uit de hemel, echter er is geen weg terug vandaag. We moeten door. Nog 11 km te gaan. Via vele smalle rotspaden en bospaden vervolgen we onze weg. Een mooie route maar nu...VRESELIJK, Bagger en nog eens Bagger. Tot onze enkels in de modder en het water. Het houdt niet op. We zien er niet uit. We doorkruisen nog zeer armoedige bijna verlaten gehuchten waar de boer zijn koeien midden in het dorp heeft staan. De tijd staat hier nog steeds stil rond 1960. De smalle wandelpaden zijn snel stromende beekjes geworden. Eindelijk rond vijf uur komen we aan bij de herberg, die voorbij het dorpje ligt. Het ziet er van binnen niet gezellig uit. Het is een groot gebouw met ongezellige ruimten. Het is nog rustig, weinig peregrinos. We zetten de verwarming op hoog daar waar het kan.  Het lijkt wel of het een schoolgebouw is geweest? Alle vieze kleding uit en we 'soppen' de kleding schoon. De schoenen gaan dicht bij de kachel en stoppen we vol met kranten. Na een douche komen we bij. Hongerig zoeken we een restaurant. Helaas alleen een café. Gelukkig kunnen we er om 20.00 wat eten. We blijven er zitten en we besluiten om morgen een lange wandeling te maken. We komen dan in een grotere plaats waar ook hotels zijn. We zijn de herbergen even spuugzat en willen onze kleding wel weer een keer goed laten wassen.  We boeken met z'n vieren een hotel in Sillade. Morgen hopelijk een droge dag. Koningsdag in Nederland.

zaterdag 25 april 2015

38.Ourense naar Cea 22 km.

Zaterdag 25 april, etappe 38.

Wat een heerlijk nachtje in de herberg, het gaat wennen!! Eenmaal buiten gaat de regenkleding weer aan. Halverwege de wandeling hebben we nog een bijzondere ontmoeting in een privé café. Aan buitenkant is het café behangen met oude palmstruiken en er hangen en staan heel veel antiquiteiten. Cesar, de café eigenaar, is enthousiast als we zijn kleine intieme café bezoeken. Er is plaats voor velen. We krijgen melkkoffie met vers gebakken brood met ei.
Heerlijk, wel erg vet, maar we zijn hongerig. Willen we wijn? Neen roepen we alle vier. Pff. Nu al drank!! Hij heeft natuurlijk al duizenden peregrinos over de vloer gehad. Overal hangen er herinneringn en hij maakt van iedere peregrino een foto. Zo ook van ons. Hij heeft een aantal jaren in Nederland gewerkt, Rotterdam, als buschauffeur.
Hij weet hoe hij zijn gasten moet vermaken. We blijven niet te lang zitten,want we worden koud. We gaan de regen weer in. Het laatste stuk lopen we over een smal oud Romeins pad richting Cea. Prachtig.

In een herberg, verstopt tussen de oude huizen, vinden we een plek voor vannacht.

37. Xungueiria de Ambia naar Ourense, 26 km.

Vrijdag 24 april, Etappe 37.
Vanmorgen opgestaan en regen. Het ziet er niet naar uit dat het droog zal worden. We hebben de regenkleding aan. We lopen via De oude Romeinse brug de stad uit.
Gelezen in ons routeboekje vandaag alles over het asfalt. Brr.. Erg saai, maar voor vandaag, nu het uitzicht ook minimaal is, malen we er niet om. Het landschap is glooiend en de bomen laten hier hun eerste groene verse blaadjes zien. We passeren kleine dorpjes, waar niet veel te halen valt. Het duurt lang voordat we Ourense bereiken en we hebben al een groot gedeelte door de stad doorkruist als we de herberg bereiken. Het is even wennen voor de peregrinos, die bijna 6 uur hun blik op 'nul' hebben gehad, dat we voor de stoplichten braaf moeten wachten. We overnachten in een oud gerenoveerd klooster, San Francisco, midden in de stad en vlakbij de kathedraal in de oude stad. Het heeft twee grote slaapzalen van ieder 18 stapelbedden. We gaan naar de achterste bedden,vlakbij een raam. Alle natte spullen uit en helaas weer geen wasmachine. We soppen ons wasje een beetje bij de wastafel. We zoeken tussen alle andere natte spullen ook een plekje om de kleren te drogen op een rekje. Morgen is alles weer droog. Je houdt het niet voor mogelijk dat het op deze primitieve manier lukt. Na ons druppelen vele peregrinos binnen. Tegen de avond zijn alle bedden bezet. Uit diverse hoeken komen de peregrinos en fietsers naar Ourense. Nog 114 km te gaan. Na het eten de oude stad bezocht

We bezoeken de kathedraal, het is na de kathedraal van Santiago de mooiste en rijkgevulde kathedraal in heel Galicie. Een prachtig altaar en vooral het binnenportaal achter in de kerk met de mooi gekleurde fresco' s is prachtg.  Hierna haken Gunther en George af en gaan Connie en ik naar het thermabad ' Las Burgas'. Ourense is bekend om zijn themabaden. We hebben besloten er één te bezoeken. We hebben niets bij ons, behalve de kleding die we aan hebben. Als we ons melden bij de ingang van het thermabad, Las Burgas' zie we een prachtig Romeins stoombad in de buitenlucht waar slechts een paar mensen in baden.
We melden ons bij de ingang en de jonge jongen  kijkt ons verwonderd aan. Hij wijst naar mijn wandelschoenen en schudt bedenkelijk het hoofd. Het kan niet! Hij maakt ook een gebaar of we handdoeken mee hebben genomen,maar wij doen net of wij hem niet begrijpen  en wijzen alleen maar naar het water. Ik krijg van hem Crogs te leen en hij laat ons door. We hebben geen zwemkleding maar het ondergoed van een peregrino is ook charmant. We weten niet hoe snel we met onze ' peregrino outfit' in dat water moeten komen. We dompelen ons onder. Heerlijk, lekker warm. We blijven lang in het warme water en als we er eindelijk uitgaan doet zich het volgende probleem voor! Niets om af te drogen en geen ondergoed. Enfin, met mijn sjaal drogen we ons af en hup in de kleren.
We dwalen via de smalle straatjes en vele trappen terug naar de herberg. S'avonds nemen we met de mannen nog een afzakker in het café.  Daar ontmoeten we een Finse peregrino met haar duitse vriend en zij roept al bij binnenkomst heb je weleens een 'dronken Finse peregrino' gezien? Neen! Hier zie je er één roept ze. Vervolgens moet haar vriend haar stevig vasthouden als ze het café verlaten. Ha,ha. Dat wordt morgen lopen met een flinke kater? Vlak voor 22.00 snellen we de herberg in. De peregrinos moeten gaan slapen. Morgen wacht opnieuw een wandeldag. De weersvooruitzichten voorspellen voor het weekend regen.

donderdag 23 april 2015

36. Alberguería naar Xunqueira. 20 km.

Donderdag 23 april, etappe 36.

Als we om 8.00 vanuit de herberg naar de overkant lopen om in het café ons ontbijt te nuttigen is het echt koud. Het heeft gevroren. De lucht is helder. Het belooft een mooie dag te worden.
Half negen op stap,Connie en Gunther lopen met ons mee. Vannacht ook met z'n vieren in de sfeervolle herberg geslapen. Echter de bedwantsen achtervolgen ons. Pff.. In de volgende plaats alles maar in de wasmachine stoppen. Het is de laatste dag dat we op een hoogte van 1000 meter lopen. In het dal is het mistig. Het uitzicht is prachtig, het lijkt alsof het dal één groot meer is. We dalen af naar het dal en nemen afscheid van de prachtige berggebied. In het dal is het nog mistig en koud als we het eerste dorpje binnenlopen. Dat we in Galicïe zijn is nu merkbaar.
We zien de eerste oude maisschuurtjes, hórreos, op verschillende plaatsen in het dorp. Ze worden nu niet meer gebruikt. De straatjes zijn smal en de oude vervallen huizen blijven indrukwekkend. In het dal lopen we een aantal kilometers tussen de velden en later tussen de kleine dorpjes door, die we passeren, lopen we over smalle oude bospaden die her en der nog zeer drassig zijn. Rond 14.00 zijn we in Xunqueira en aan het begin van het dorp is de herberg. Als we er binnenkomen is deze nog niet schoongemaakt. Bah, wat een rotzooi!  Er staat een emmer en een dweil en we wissen de vloer rondom de stapelbedden waar we op willen slapen. Zo, dat ziet er al beter uit. Geen wasmachine! De herberg begint zowaar een beetje vol te stromen. Je kunt er echt geen peil op trekken hoeveel peregrinos er nu onderweg zijn. Sliepen we gisteren met vier nu met 14. Sommige peregrinos leggen grote dagafstanden af en stomen in vier tot krap vijf weken naar Santiago. Wij doen het rustig aan. De dagafstanden tot 25 km. vinden we genoeg. We hebben tijd om een dorpje of stad te bezichtigen, we kunnen heerlijk genieten van het menu del dia en hebben rust genoeg voor het lijf. Vooral de voetjes genieten van de lange rust, alhoewel deze nu wel gewend zijn. We hebben nergens last van, geen blarenbal aan onze voeten. Ook in dit dorp vinden we een leuk restaurant. La señorita verwent ons met een stevige maaltijd en het crèmetoetje is snoepgoed. Als we bij de koffie nog likeur toe krijgen, moeten we elkaar vasthouden om 'recht' bij de herberg terug te komen. De 'oudjes' gaan even op tuk. Morgen lopen we naar Ourense. Een grote stad met een prachtige kathedraal, vermeldt het routeboekje. Nog 7 etappes te gaan.

woensdag 22 april 2015

35.Campobecerros via Laza naar Alberguaría, 27 km.

Woensdag 22 april, etappe 35.
Gisteren vroeg in de avond,  wij terug naar de bar. Het is er rustig, behalve dat de hele familie zich er heeft verzameld. Grootouders, overgrootmoeder en kinderen met kleinkind van ruim 1 jaar. Het kleinkind, Marcos, krijgt van iedereen veel aandacht alleen niet van de overgrootmoeder ze is heel streng tegen het kind wannneer hij steeds zijn speen op de grond gooit. Niet te verwonderen dat het wordt verwend, het is waarschijnlijk het enige kind in het dorp. La señorita verwent ons met lekkere tapashapjes van kaas en worst. Het wordt allengs drukker in de bar. Het is voetbalavond. Als we afrekenen staat de tijd hier weer stil. Het kost hier echt niets. We worden hier nog alcoholisten! Als we teruglopen naar de herberg haalt de geitenboer net zijn kudde binnen. Het gaat dwars door de smalle straatjes en midden in het authentieke dorpje gaan de geiten de stal in. Op de straat ligt een grote hoop stront met stro en de hond heeft er zijn nachtplekje in gevonden. Ook past hij zo op de kudde wat zich onder de woning van de geitenhoeder bevindt. Anno 2015! We maken een praatje met de geitenhoeder en hij heeft wel meer dan 50 geiten in zijn huisstal zitten. We lopen door naar onze herberg en met z'n vieren hebben we een prima slaapplek. Laat de betwanzen maar buiten slapen.
Vanmorgen terug naar de bar en daar ons ontbijt genomen. Geweldig zoveel toast nog niet gehad, we moeten zelfs zeggen stop het is echt genoeg. Voor € 1.50, nog niet zo spotgoedkoop gegeten. Ja, de tijd staat hier stil. Onze route van vandaag gaat door de bergen. Eerst flink dalen naar het dorpje Laza en dan fink omhoog naar ons geplande eindpunt Alberguería.
We hebben de regenkleding aan en om ons heen onweert het. Gelukkig blijft het ver in de bergen hangen. De wandeling is prachtig. Een lange afdaling over de grintweg naar Laza. We passeren een paar gehuchtjes en een groot kruis wat is geplaatst voor diegene die zijn gestorven tijdens de camino.
Tja, ook dat gebeurt jaarlijks wel enige malen.  We wandelen door een ruim dal naar Laza, nemen een kop koffie in de bar en vervolgen de route. Buiten Laza worden we gevraagd stil te blijven staan. Le señor stapt uit zijn auto en vraagt of we bedwantsen hebben. Ja zeggen we alle vier. Connie laat ze zien en ze vertelt waar ze deze waarschijnlijk heeft opgelopen. Toch bijzonder dat dit ons wordt gevraagd en blij dat het wordt gecontroleerd. We lopen door en al snel gaan we een rotsachtig pad in. Het wordt klimmen en met regenkleding aan is het zweten geblazen.  De regenbuien vallen mee. Als we in Aberguería in de bar de sleutel vragen voor de herberg zijn we stomverbaasd. Het hangt er propvol met schelpen en allemaal beschreven. Er is geen plekje meer vrij in de bar. Wij schrijven onze namen op een schelp en deze zal ongetwijfeld een plekje tussen de duizenden anderen krijgen. In de herberg is het er net zo. Fantastisch wat een authentieke overnachtingsplek. Oud, heel fraai van binnen, behangen met schelpen en we moeten er zelf koken. Dat laatste is minder daar houden we niet zo van. We zijn weer met z'n vieren. We besluiten in de bar flinke combinaties van kaas, jambon en chorizo te nemen, dan redden we het wel tot de volgende dag. Het is weer een fantatische dag.

34. Gudiña naar Campobecerros, 21 km.

Dinsdag 21 april, etappe 34.

Wat een ochtendrukte in de slaapzaal. Voor zeven uur zijn er al mensen druk aan het inpakken, schijnen met hun lampjes, fluisteren en laten de plastic zakjes hun eigen lawaai maken. We waren vannacht met 17 mensen. Ik Deze keer veel fietsers. Doordat de wandelaars al vroeg opstaan, moeten zij ook vroeg uit de veren. Er heerst onder de peregrinos een ijzeren discipline, 's avonds om 22.00 uur gaat het licht uit en is het stil en 's morgens om 07.00 uur gaat het licht aan en begint de dag. Ben je voor 07.00 uur wakker dan pak je al je spullen in het donker in, ook al gaat dat met de nodige herrie gepaard. Naast me hebben twee fietsers geslapen, ze hebben me toch een bende aan bagage naast mijn bed geplaatst dat het crossen is tussen hun rotzooi om uit mijn bed te komen. Rond 08.00 uur is iedereen uit de herberg en ook wij zijn op pad.
Het is winderig, het zonnetje schijnt en het is niet koud. We lopen bijna de hele route over de weg. Dat is wel erg jammer, ondanks dat de uitzichten magnifiek zijn en het prachtig wandelen is hier in de bergen. We lopen door de hooglanden de 'Seca's'. We passeren meerdere onbewoonde dorpjes die ze hier "Vendas" noemen,  zoals Venda do Espiño, Venda Teresa, Venda Capela. Ze zijn inderdaad bijna verlaten en we gaan terug naar de vroeg 19e eeuw. De oude huizen hebben extreem dikke muren, de bovenverdieping was de woning en onder stond het vee. Je ziet nog resterende stenen trappen naar de bovenwoning  en soms nog de oude houten voordeuren. Deze zijn nu, in de nog bewoonde huizen, vervangen door kunststof. Het is hier echt armoede.
We zien een echtpaar werken op het land met de hark waarmee ze de stront verspreiden over het veld. De tijd staat even stil voor ons. We vinden een mooi picknickplekje in een dorpje en hebben een prachtig uitzicht over de bergen. We blijven de hele route op hoogte lopen, 1000 meter en hoger
. Connie en Gunther en nog twee spaanse peregrinos passeren we. Tijdens pauzes kom je elkaar altijd wel tegen. We maken met elkaar een babbeltje en zoeken ieder een eigen picknickplek. Als we bijna in Campobecerros aankomen zien we een gigantisch bouwproject, wat een impact in deze mooie omgeving. Rondom het dorp is de hele infrastructuur erop aangepast. Betoncentrales, eigen onderkomens voor de arbeiders, toegangswegen naar het project, waar inmiddels twee tunnels zijn verschenen, divers ander bouwmateriaal en heel veel technische installaties.
In het dorp lopen we door de smalle straatjes met de oude huizen naar onze herberg. Waar zal het staan en is het schoon vragen we ons af,want de bedwantsen zijn inmiddels opgedoken! Gelukkig zijn we niet besmet, maar Connie is vannacht behoorlijk gestoken door deze beestjes. Tja, waar ze die heeft opgelopen, waarschijnlijk in de herberg van vannacht. Dat is wel flink balen en vooral de jeuk. Brr.. Vurige rode plekken. Bedwantsen, overdag zie je ze niet. Gelukkig is er in de herberg van vandaag een wasmachine, ze wast alles op 60 graden en dat moet voldoende zijn. Hier hebben we plastic matrassen dat is het beste om bedwantsen te voorkomen. Gelukkig is Connie er nuchter onder. Ze zegt ' thats the live of a peregrino'! Nou dat leven mag aan mij voorbij gaan. Nadat we allen de was hebben gedaan, gaan we op zoek naar de enige bar in het dorpje. Deze vinden we snel. Het is er oud, de oude mannen spelen er kaart. Als we vragen of we er kunnen eten heeft la señorita binnen now time een degelijke gevulde soep met bonen en groene koolbladeren op tafel gezet, de gebakken kippenpoten met macaroni en paprika volgen snel. Natuurlijk ontbreekt de vino tinto niet en bij de koffie krijgen we de zelfgemaakte likeur. In een meer dan vrolijke stemming verlaten we de bar, waar we vanavond nog voor een afzakker terug moeten komen. La señorita verwacht ons. Ha,ha. Het leven van een peregrino is nog niet zo slecht. Inmiddels regent het hier zachtjes. Snel de was binnenhalen en verder wat lezen in onze inmiddels verwarmde onderkomen.

maandag 20 april 2015

33. Lubían naar Guidiña 25 km.

Maandag 20 april, etappe 33.

Wakker rond 07.00, maar waar zijn mijn oordoppen? Ik heb maar één paar bij me en ook al zijn de nachtorkesten wisselend, ik kan niet zonder. De spaanse peregrino naast me heeft opeen twee paar in zijn handen?  Ik gebaar dat die waarschijnlijk van mij zijn! Hij zegt dat hij ook een paar hard nodig heeft. Ik begrijp hem niet helemaal want hij was degene die het orkest vannacht in gang heeft gehouden, ze niet nodig heeft en ik heb toch echt in een ander bed geslapen. Enfin, buenas dia.  Opnieuw een prachtige zonnige dag. We ontbijten in het plaatselijke café.
Het er al druk met werklui en anderen. Voor de Spanjaarden is het heel gewoon om naast hun kopje koffie ook een behoorlijke scheut sterke drank te gebruiken. Ze stappen daarna in de auto op weg naar het werk. Wij bedanken ervoor. Doe voor ons maar gewoon koffie met toast. Als we op pad gaan en we dwalen meteen uit het dorp een smal bospad in, zien we dat het heeft gevroren. Het glibberige pad gaat geleidelijk omhoog. Op diverse plekken liggen grote rotsblokken of stenen die er voor de wandelaars zijn neergelegd.
Het wordt op deze drassige paden in de zomer ook blijkbaar niet droog. Met regelmaat kruisen we het beekje via grote stenen. Het is een prachtige route door het bos. De primula's staan hier volop in bloei. We klimmen gedurende een uur naar een hoogte van 1300 meter en zijn dan boven aan de pas. Het uitzicht is prachtig. Nog steeds kleuren de bergen paars van de grote bossen heide. Over de pas dalen we af naar het eerste dorpje, ik kan beter zeggen een gehucht uit de laat 18e eeuw wat er verlaten bij ligt.
Heel veel oude deels afgebroken huizen met soms nog een slot aan een deur waarachter zich geen wonig meer bevindt. Deze gehuchten zien we hier veel. Wat een inmense armoede en bijna geen bewoners meer. Kinderen hebben we al dagen niet meer gezien of gehoord. Er is hier niets te vinden in de dorpjes die tegen de hellingen aanligen. Alleen aan de grote hoofdweg kun je iets te eten vinden, omdat zich daar de grote wegrestaurants bevinden. Zo lopen we nog door twee uitgestorven dorpjes en gelukkig in de laatste hebben we enorm geluk. De bakker passeert ons. Hij stopt bij het kleine dorpspleintje en ik ren terug om brood te kopen. We hebben te weinig eten bij ons. We hadden gehoopt dat er in één van de drie gehuchtjes wel een bar open zal zijn. Helaas pec. We vinden in het gehucht een stenen bankje in de zon en genieten van het verse brood met onze laatste twee bananen. We zijn halverwege dus dat gaan we redden zonder eten. Het is inmiddels lekker warm geworden en de korte broek kan aan. We wandelen door een prachtig berggebied, over smalle rotspaden en kruisen diverse keren beekjes. We genieten van de mooie vergezichten. Het is zo helder dat we de sneeuw op de hogere toppen zien liggen. Water stroomt hier overal. De laatste drie kilometer naar Guidiña zijn niet mooi. Pff. We lopen langs de openbare weg en overal om ons heen zijn ze de natuur in dit prachtige gebied aan het vernietigen. Nieuwe wegen worden aangelegd en de aanleg van de hogesnelheidstrein achtervolgt ons nog steeds. De afgelopen twee weken gaan we steeds met z'n vijven op pad. Wij arriveren meestal als eerste in de herberg en de anderen volgen later. Het mooie van pererinos is dat iedere peregrino loopt zijn eigen camino overdag en s'avonds genieten we van elkaars belevenissen en gezelligheid. De hospitalleros van de herbergen weten de peregrinos altijd wel te vinden als het om betalen gaat. Zijn de peregrinos niet in de herberg dan vindt je ze in het plaatselijke café!
Vandaag heben we opnieuw een prima herberg gevonden. Het heeft 24 plaatsen. Het ziet er schoon uit. We krijgen disposeble lakens. De matrassen voelen stevig en ook vandaag stroomt de herberg vol met peregrinos en fietsers. Als we de komende dagen goed weer houden hebben we wel heel veel mazzel in deze natte streek. We zijn nu in de streek Ourense van de provincie Galicïe.

zondag 19 april 2015

32. Requejo naar Lubían, 20 km.

Zondag 19 april, etappe 32.

Wat een prachtige dag om door de bergen te wandelen. Een strakblauwe lucht en windstil, wel fris. Uit het dorp maken we bij een mooi standbeeld met wandelschoenen erop nog en gezamenlijke foto.

We lopen al snel door het bos over zeer drassige paden. De broekspijpen maar in de sokken, dan houden we het nog een beetje schoon. We moeten een beetje zoeken naar het juiste pad om de voeten droog te houden. We klimmen zeer geleidelijk omhoog en de omgeving is prachtig paars gekleurd. Tussen nieuwe wegen door, waar nog druk wordt geklust,
komen we op een splitsing waar we vier mogelijkheden hebben. Tja, dat wordt een lastiger! We kiezen voor de zekerheid en nemen de oude route over oude paden en stukjes langs de weg.
Het voordeel hiervan is dat we prachtige vergezichten houden. De anderen kiezen voor de alternatieve route door het bos. Ook op de pas van 1360 meter blijft het uitzicht prachtig. We hebben echt mazzel dat het weer goed is. We lopen verder over de weg naar een klein gehucht, Panodello, waar een bar open is. De koffie smaakt ons weer goed. De andere peregrinos Connie en Marianne zijn er al. Gunther volgt veel later, hij was verdwaald. Nog ruim 8 km te gaan naar het bergdorpje Lubían. Jammer door de vele werkzaamhede aan wegen moeten we weer anders lopen. Eerst over een weg en gelukkig buigen we af een bospad in. Heerlijk. Het bospad is pas weer hersteld, want het is nog te zien hoe met grof geweld de struiken zijn gesnoeid en de keienweg tevoorschijn is gehaald. We kronkelen door het bospad omlaag naar de beek waar ze ook nieuwe keien in hebben gelegd. Zo kunnen wij er gemakkelijk over stappen. Het bergdorpje ligt er prachtig, midden tussen de bergen. Aan het begin van het dorp is de herberg.  Het is sinds vijf dagen weer open, we hoorden dat er betwantsen waren geconstateerd. Het ruikt binnen flink naar chloor en de bedden en de matrassen  zijn splinternieuw. De kleine herberg ligt er prachtig, mooi uitzicht via het balkon over de bergen. In het dorp veel gerenoveerde huizen, waardoor het dorp er rijk uitziet. Vanmiddag is hier de finish van de Vuelta de Galicie y Léon. Een redelijk grote wielerklassieker hier. Het is een drukte van belang. Het is de tour in het klein. In het plaatselijke restaurant / café kunnen we amper een plaatsje vinden om te gaan eten. Buiten op het terras is het te koud om daar te eten. De maaltijd valt tegen, maar gelukkig de vino tinto smaakt ons allen weer goed. Als we terugkomen in de herberg is deze al aardig volgestroomd. Ik denk dat we nu met 9 personen zijn vannacht.
Morgen de tweede bergetappe. We blijven de komende dagen gemiddeld op 1000m hoogte wandelen. De weersvoorspelling is goed voor morgen.

31.Asturianos naar Requejo,26 km

Zaterdag 18 april etappe 31.

Na een heerlijk warm nachtje onder het gehuurde dekbed, zijn we allen vroeg opgestaan. Om half acht hebben we een ontbijt bestelt in het plaatselijke café.  El Señor was vroeg voor ons opgestaan. Er valt altijd wat te verdienen aan de peregrinos. In sommige dorpen zijn zelfs café / bars en kleine supermarkten gekomen, doordat er met regelmaat peregrinos doorheen komen die willen eten of die van alles willen kopen in de supermarkt. Het is goed voor de economie dat de caminoroutes door kleine dorpen gaan. Het stimuleert inwoners om creatief te worden. Bv. Een kleine albergue te openen en dan volgt er wel een bar waar je kunt eten. Ik ben soms verbaasd dat peregrinos zelf hun eten koken. Het is in Spanje echt spotgoedkoop om dagelijks uit eten te gaan. Gemiddeld heb je voor maximaal €10.00 een goede maaltijd. Met €30.00 per dag kun je goed overleven. Maar goed iedereen doet wat bij hem/ haar past. Vandaag wandelen we de eerste 16 km door een mooi landschap wat paars en wit ziet van de heide en de brem. We lopen op bijna 1000 meter en dat is merkbaar.

De jas en handschoenen blijven aan. We passeren een paar oude berggehuchtjes waar vervallen en nieuwe huizen staan, maar geen enkel leven in de brouwerij. Uit een kerk komt muziek, waarschijnlijk roept het de inwoners o.  Het is vanaf ver te horen en weerkaatst tussen de bergen. In het mooie oude dorp Pueblo de Sanabria, dat tegen een rotswand aanligt, zijn diverse gerestaureerde huizen met overhangende oude balkons, ook een oude burcht en een kerk uit 1500. We klimmen naar het dorpje en dwalen door de smalle straatjes.
Genieten van ons kopje koffie met een lekker stuk taart erbij. Inmiddels is het gaan regenen. We wachten het af totdat de bui is overgetrokken en vervolgen onze weg samen met Gunther. Bijna alles over de weg. Niet erg inspirerend, behalve dat we tegen de bergen aankijken waar nog sneeuw ligt. Gelukkig blijft het redelijk droog. In het bergdorpje Requejo zoeken we de albergue op. Er is niemand als we arriveren. We zoeken samen met Gunther een goeie plek in de slaapzaal. We verwachten eigenlijk niemand meer,want deze albergue kost € 12.00 en de primitivo albergue kost maar € 5,00. Alleen hier hebben we meer. We kunnen alles laten wassen en we hebben dekbedden,lakens etc. Wat een luxe. Alleen we vergissen ons, in de loop van de middag komen meer peregrinos en ook Marianne en Conny komen. Conny staat opeens voor het raam, we zijn verbaasd want we hadden haar niet meer verwacht. Ze zegt dat ze was verdwaald en via smalle weggetjes mensen haar weer de goede kant op hebben geloosd. Oh,oh, haar verhalen zijn bijzonder, altijd een avontuur. We nemen haar snel mee naar het diner, want na vier uur kun je geen diner meer krijgen. Het wordt dan na negen uur. In het begin van de avond bezoeken we met elkaar de bar in het dorpje. Super gezellig. Lekkere tapashapjes, bier en wijn in Overvloed. Helaas het is al snel 22.00, bedtijd voor de peregrinos. De hut gaat om 22.00 op slot.

vrijdag 17 april 2015

30. Ríonegro de Puente naar Asturianos, 26 km.

Vrijdag 17 april, etappe 30.

Vanmorgen om half acht, met vijf peregrinos, ontbijt in het restaurant waar we gisteren zo voortreffelijk hebben gegeten.

Als we binnenkomen is de ontbijttafel al gezellig gedekt. We laten het ontbijt van  jus d'orange, gebakken ei, toast, koekjes en cake goed smaken. We weten niet of we nog iets tegenkomen. Rond acht uur lopen we over de onverharde paden,waar aan de zijkanten nog restanten zijn te zien van oude puntige stenen die dienen als afscheiding. Het landschap is bedekt met witte brem en grote heideplanten. Dit verandert niet. Na 10 km passeren we een groot dorp waar we de koffie aan ons voorbij laten gaan. Achteraf geen slimme zet, want we komen de gehele tocht niets meer tegen. De gehuchtjes die we passeren zijn oud, klein, vervallen en nog net niet verlaten.
De huizen die in orde zijn, daar zijn de luiken van toe en waarschijnlijk in gebruik als tweede huis tijdens vakantie of in het weekend. Als we een mooi plekje zien om te picknikken, waar we kunnen zitten op een bankje, eten we ons broodje van enige dagen gelden op. Het smaakt nog prima. We hebben ons even niet gerealiseerd dat we in de buurt zitten van een grote kudde koeien die wordt bewaakt door de boer met zijn honden. De honden ruiken ons brood en komen naar ons toe. Oeps, we hebben net de schoenen uitgedaan en ze komen blaffend en dreigend op ons af. George pakt snel zijn deecer en gelukkig één hond druipt af. De ander blijft staan en staart naar ons, het kwijl loopt naast zijn bek naar beneden en hij kijkt verlekkert naar ons brood. Ach een taai stuk ervan kunnen we wel missen. We hopen dat hij dan terug gaat naar de baas. Ha,ha hij gaat zelfs liggen en blijft ons observeren.


Wij zijn toch niet helemal gerust op de hond en vertrouwen hem voor geen cent. We trekken de schoenen snel aan en verlaten ons mooie picknickplekje. De hond geniet van onze kruimels.  In de verte zien we de bergtoppen bedekt met sneeuw. In de loop van de dag komen deze steeds dichterbij. We klimmen naar ruim 950 meter en een groot hert komt plots uit de hoge struiken tevoorschijn. Het schrikt en zoef, weg is hij. De komende dagen blijven we op deze hoogte lopen. Het is merkbaar, de jas blijft aan en de wind voelt koud aan. Vandaag hebben we een overnachtingsplek gepland bij een sporthal, waar 6 bedden staan. Het is een mooie tussenstop, omdat we anders teveel kilometers moeten lopen. Tegen half twee komen we aan in het dorpje Asturianos.  In het café nemen we eerst en cola en blazen uit. We vragen waar de overnachtingsplek is. La sñorita heeft een zeer luide stem en schreeuwt naar ons waar het is, tevens dat we bij haar kunnen eten. Prima!  Als ze aan de telefoon is, sommeert haar man haar om dit buiten te doen. Ze overstemt iedereen. Pff. Rust. Buiten het dorp aan de bosrand staat de sporthal. La señorita komt rond twee uur. In een aanbouw van de sporthal is een ruimte gemaakt voor perigrinos. Drie stapelbedden, douche en toilet. Het ziet er allemaal netjes uit. Ook Conny, Marianne en Gunther arriveren snel. We blijven de enigen.

donderdag 16 april 2015

29. Santa Croya de Tera naar Rionegro de puente, 27 km.

Donderdag 16 april, etappe 29.

Alle natte kleding is weer droog. Het ruikt naar de open haard maar het mag de pret niet drukken. Tegen acht uur zijn we op pad.
Het is droog, bewolkt en flink nevelig. In het dorpje Santa Marta de Tera bezoeken we een zeer oud kerkje uit de jaren 1300, wat in het kerkportaal een orgineel beeld bezit van de pelgrim Jacobus.

jDaarna lopen langs de bosranden van dorpje naar dorpje. Hadden we in de Extremadura bijna geen dorpen en waren de uitzichten eindeloos zonder een dorp in de nabijheid hier worden de afstanden tussen de dorpjes kleiner. De dorpjes zijn echter zo arm en verlaten dat het een wonder mag heten als er nog een bar/café is. Het maakt het wandelen altijd een stuk aangenamer als we onderweg ergens een kopje koffie kunnen scoren of iets te eten kunnen krijgen. Zo ook vandaag halverwege een stop gemaakt. We wandelen vrij vlak door de bossen, zien weinig oude muurtjes
en de natuur moet hier nog op gang komen. Stond in de Extremadura al veel in bloei, hier staan alleen de bomen met hun bloesems in bloei. We wandelen over een grote stuwdam en daarna een lang stuk langs het stuwmeer waar we de koude wind pal zij hebben. Het weer is verandert en de warmte is weg. We hebben de jas aan en houden het tempo erin.
Dat laatste is in ons voordeel vandaag. In de herberg van het kleine gehucht Rionegro, met zijn 400 inwoners, vinden we nog een laag bed. We slapen op een zaal van 16 bedden. Na een heerlijke douche wachten we op de andere peregrinos, Conny, Gunther en Marianne, die zo langzamerhand onze 'peregrinokameraden ' zijn geworden. We gaan samen dineren. Nou dineren, zo luxe hebben we het nog niet gehad. Gelijk een viersterren restaurant. Het restaurant heeft de passende naam 'me gusta comer' wat zoveel betekent als ' ik hou van eten'.  Een á la carte diner. Het voorgerecht van tonijnpate met toast, een overheerlijke gevulde soep, twee stukjes mals rundvlees overdekt met een knoflook-/kruidensaus en een grand dessert toe. Vino, koffie en likeur toe. Dat alles voor €10,00 p.p. Tjonge tjonge,  dat was genieten. Deze kok weet hoe hij een peregrino moet verwennen na een lange wandeling. Ik loop nog even naar de kerk van 1498 en als ik in het voorportaal sta valt er plots uit de 'hemel' een grote witte kerkuil vlak voor mij op de grond. Het beest is half bewusteloos en schrikt van mij en ik van de kerkuil. Het weet niet hoe snel het zijn vleugels moet gebruiken om uit het portaal te vluchten naar de buitenwereld. Als ik rond kijk zie ik heel boven in de nok een nest. Vanavond nogmaals kijken of het terug is gekomen. Ik wandel verder door het oude dorpje en verbaas me over de oude woningen
die we ook in dit dorp zien. De huizen zijn inmiddels niet meer wit, maar gewone bakstenen huizen. In het plaatselijke café schrijf ik mijn blog en bespreken we de route voor morgen. In de herberg zijn we met 12 peregrinos.

woensdag 15 april 2015

28. Tábara naar Santa Croya de Tera 23 km.

Woensdag 15 april etappe 28.

Regen, onweer, echt waar! Wakker worden op zo' n moment voorspelt niet veel goeds. Beneden in het café van het hotel staan al een aantal peregrinos ongeduldig te wachten totdat het ophoudt met ' zachtjes' regenen.
Wij gaan eerst rustig ontbijten en hopen dat het weer opklaart. Neen, vandaag geen zon. We gaan op pad en hebben de regenkleding aangedaan. De regen valt gestaag naar beneden en het ziet er niet naar uit dat het gaat veranderen vandaag. We lopen direct uit het dorp al op het zandpad wat nu zeer drassig is. De klei/ leem blijft aan onze schoenen plakken en met een behoorlijke verhoging sjokken we over het pad. Het loopt zwaar, overal water en vette klei. Het is ongelofelijk dat een pad wat eerst keihard was in korte tijd verandert in een spekglad en drassig pad. Enfin, de blik op nul en gewoon doorlopen. We richten ons op de peregrinos voor ons en volgen de gele pijlen. Verder is er naast het struikgewas weinig te zien. Het gebied is heuvelachtig en als we een heuvel afglijden krijg je de neiging om te gaan abseilen. Vandaag is het geluk weer met ons.
We komen door een dorp en de bar is open. Met onze zeiknatte plunje stappen we de bar binnen en nemen deze met de andere peregrinos voor ons in. Overal hangt natte kleding, ramen gaan beslaan,de natte met dikke klei bedekte schoenen gaan uit en langzamerhand gaat de frisse geur van de zojuist schoongemaakte bar op in de 'peregrinogeuren'.  Even kijkt la señorita een beetje ' bewolkt' maar als we dan vriendelijk riepen ' buenos dias' is zij blij. We bestellen koffie met een Magdalena (klein rond cakeje). Wat kan kofie toch lekker zijn als je zeiknat van de regen je hiermee kunt doorwarmen. Het weer klaart op en wij moeten nog maar 10 km wandelen. Een pinut vergeleken met de vorige dagen. We gaan weer op pad maar houden de regenkleding aan. Het blijft regenen en wij blijven glibberen in de klei totdat we aankomen in Santa Croya. Het is een lang dorp, we doen wat inkopen in een kleine supermarkt en aan het einde van de dorpsstraat is de Albergue Anita. Een herberg met 38 plaatsen verdeeld over twee slaapzalen en enkele privé onderkomens. We worden meteen gesommeerd om de schoenen uit te trekken, de jassen en overige natte spullen bij de ingang te laten. Ja, ja, ze heeft de 'wind eronder' we worden acuut volgzaam. Na alle instructies  kiezen we voor de slaapzaal. Achterin is plek.
Alle natte spullen hangen we uit en als meer peregrinos(10) komen is de ruimte klam. We laten alles wassen en in een schuur heeft la señorita voor ons de open haard aangedaan. Daar kan iedereen zijn spullen drogen. Wat een service. In de Albergue blijven we hangen. We eten en drinken er wat. De route voor morgen wordt uitgestippeld en met de nadere peregrinos hebben we een gezellige middag. Daarnaast heeft een ieder van ons het op zijn manier druk met zijn natte plunje.
De schoenen zijn volgestopt met kranten, de waslijnen hangen vol met was en buiten regent het pijpenstelen. We hebben een heerlijk comfortabel onderkomen. Geen zorgen voor de dag van morgen. Het dobbelspel komt te voorschijn en internationaal spelen we het spel.

dinsdag 14 april 2015

27. Riego del Camino naar Tábara. 32km.

Dinsdag 14 april etappe, 27.

Vanmorgen moeten we voor de verandering, voor het gebruik van een  kopje capecionno, het warme water uit de kraan gebruiken. La señorita had gisterenavond gezegd, dat het prima kon. Wij twijfelen daaraan en we werken ons droge broodje, nog bewaard van.. En de twee cakejes wel met water weg. Op naar het dorp 7 km verderop waar hoogstwaarschijnlijk de bar open is. Het is koud en winderig als we het armoedige dorpje verlaten waar men nog niet van internet heeft gehoord. Gelukkig is de mobile telefoon hier al wel in gebruik. We lopen weer door de velden naar het volgende dorp en gelukkig na enige navraag scoren we in de bar koffie. Daar wordt een mens blij van. Zelfs een bakkerij achter een witte deur in de buurt. Zo wij kunnen er tegen. Met genoeg voorraad aan eten en drinken beginnen we opnieuw aan een lange wandeldag. Na het dorpje Granja de Moreruela is de splitsing van de Via de la Plata. Je kiest voor de route omhoog richting Astorga en sluit dan aan op de camino Francés of je buigt af en volgt de Mozarabische Jacobsweg die via Lubia en Ourense gaat. De laatste optie is onze keuze. Mooier, rustiger en authentieker. Al snel verandert het landschap. We verlaten de vallei en gaan de heuvels in. We lopen een prachtige route door de bossen en langs struiken.
We komen uit bij een stuwmeer en via een smal pad doen we zowaar enige klimmetjes over de rotsen. Prachtig, het is genieten. Aan het einde van het pad hebben we een prachtig uitzicht over de Rio Esla en we zien de eerste aasgieren. Door een veld van steeneiken vervolgen we ons pad. We picknikken aan de rand van het bos voordat
we weer een grote vallei in gaan. We zien de lange zandwegen alweer voor ons. De armoede in deze streek is volgens ons groot. In de kleine dorpen is bijna niets. Geen winkels, geen bar, bijna alle luiken gesloten en veel verwaarloosde huizen. Als we dorpen inlopen eindigt het grintpad, gaan we de dorpen uit begint het grintpad. Alleen in het dorp ligt asfalt. De grintpaden zijn hier eindeloos. In deze omgeving is men bezig met de constructie van de hogesnelheidstrein die gaat lopen van Madrid naar Portugal. Qua infrastructuur is dit een enorm project. Echter prima voor de economie en voor de boeren kent het voordelen. Alle akkers die worden doorkruist door de komende snelheidslijn hebben een prachtige brug gekregen om zo op hun landerijen te kunnen komen.
Wij als peregrinos maken ten gevolge hiervan vele lussen over de grintwegen. Na weer een lange dag wandelen zijn we het flink zat. Gelukkig kunnen we de komende dagen kortere routes lopen, mits de herbergen open zijn en er in de dorpen hotels zijn. Nu kiezen we voor een hotelovernachting. Lekker luxe. Even geen peregrinos om ons heen, geen slappe muffe bedden, geen kou, maar herrie in het hotel. Ze klappen met de deuren, ze schreeuwen op de gang, ze stampen boven ons en.... Het wordt na een nachtje slapen gewoon weer dag. Op naar morgen.