Vrijdag 17 april, etappe 30.
Vanmorgen om half acht, met vijf peregrinos, ontbijt in het restaurant waar we gisteren zo voortreffelijk hebben gegeten.
Als we binnenkomen is de ontbijttafel al gezellig gedekt. We laten het ontbijt van jus d'orange, gebakken ei, toast, koekjes en cake goed smaken. We weten niet of we nog iets tegenkomen. Rond acht uur lopen we over de onverharde paden,waar aan de zijkanten nog restanten zijn te zien van oude puntige stenen die dienen als afscheiding. Het landschap is bedekt met witte brem en grote heideplanten. Dit verandert niet. Na 10 km passeren we een groot dorp waar we de koffie aan ons voorbij laten gaan. Achteraf geen slimme zet, want we komen de gehele tocht niets meer tegen. De gehuchtjes die we passeren zijn oud, klein, vervallen en nog net niet verlaten.
De huizen die in orde zijn, daar zijn de luiken van toe en waarschijnlijk in gebruik als tweede huis tijdens vakantie of in het weekend. Als we een mooi plekje zien om te picknikken, waar we kunnen zitten op een bankje, eten we ons broodje van enige dagen gelden op. Het smaakt nog prima. We hebben ons even niet gerealiseerd dat we in de buurt zitten van een grote kudde koeien die wordt bewaakt door de boer met zijn honden. De honden ruiken ons brood en komen naar ons toe. Oeps, we hebben net de schoenen uitgedaan en ze komen blaffend en dreigend op ons af. George pakt snel zijn deecer en gelukkig één hond druipt af. De ander blijft staan en staart naar ons, het kwijl loopt naast zijn bek naar beneden en hij kijkt verlekkert naar ons brood. Ach een taai stuk ervan kunnen we wel missen. We hopen dat hij dan terug gaat naar de baas. Ha,ha hij gaat zelfs liggen en blijft ons observeren.
Wij zijn toch niet helemal gerust op de hond en vertrouwen hem voor geen cent. We trekken de schoenen snel aan en verlaten ons mooie picknickplekje. De hond geniet van onze kruimels. In de verte zien we de bergtoppen bedekt met sneeuw. In de loop van de dag komen deze steeds dichterbij. We klimmen naar ruim 950 meter en een groot hert komt plots uit de hoge struiken tevoorschijn. Het schrikt en zoef, weg is hij. De komende dagen blijven we op deze hoogte lopen. Het is merkbaar, de jas blijft aan en de wind voelt koud aan. Vandaag hebben we een overnachtingsplek gepland bij een sporthal, waar 6 bedden staan. Het is een mooie tussenstop, omdat we anders teveel kilometers moeten lopen. Tegen half twee komen we aan in het dorpje Asturianos. In het café nemen we eerst en cola en blazen uit. We vragen waar de overnachtingsplek is. La sñorita heeft een zeer luide stem en schreeuwt naar ons waar het is, tevens dat we bij haar kunnen eten. Prima! Als ze aan de telefoon is, sommeert haar man haar om dit buiten te doen. Ze overstemt iedereen. Pff. Rust. Buiten het dorp aan de bosrand staat de sporthal. La señorita komt rond twee uur. In een aanbouw van de sporthal is een ruimte gemaakt voor perigrinos. Drie stapelbedden, douche en toilet. Het ziet er allemaal netjes uit. Ook Conny, Marianne en Gunther arriveren snel. We blijven de enigen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten