Maandag 13 april, etappe 26.
Tjonge wat kan een mens toch rommelen met zijn plastic zakken. Rond half zes is er al onrust in onze kamer waar we met vier personen slapen. Een peregrino wil vroeg op, hij denkt waarschijnlijk dat hij het heel stil doet. Vergeet het maar, het lampje op zijn hoofd gaat frequent op en neer, zijn plasticzakken zijn onuitputtelijk, het knispert constant en ze raken maar niet gevuld. Wat doet hij daar boven me? Is hij alles kwijt, is hij zijn hele bagage weer opnieuw aan het inpakken, tss.. Geen idee. Na driekwartier komt hij het trappetje af en begint onder mijn bed te zoeken. Inmiddels is het tegen zeven uur en ik heb het helemaal gehad met onze ' stille peregrino'. Ik stap uit bed en zie half onder het bed zijn camasjes, ik sleep ze onder het bed vandaan en opgelucht kijkt hij me aan. Enfin, nu is hij wel klaar voor vertrek denk ik? Tot mijn stomme verbazing komt hij na een kwartier weer terug en zoekt? Wij zijn inmiddels aangekleed, gaan ontbijten en op pad. Het is prachtig weer, wel koud en winderig. Als we de stad hebben verlaten kijken we weer tegen de eindeloze velden aan en de wegen die zich erdoor heen kronkelen. Het zijn echt al dagen eindeloze wegen door de uitgestrekte velden. De natuur verandert niet erg. Van ons mag het wel bergachtig worden of wat meer afwisseling. Mijmeren doen we genoeg en als we niet oppassen lopen we ook nog verkeerd. De route is vandaag op sommige plekken slecht aangegeven. Lusjes genoeg.
We lopen nog over een nieuwe brug die is aangelegd over de nieuwe vierbaansweg. De peregrinos moeten een geheel andere route lopen dan aangegeven. De grote N-630 loopt bijna parallel aan de zandweg die wij lopen. Sommige peregrinos kieze hiervoor. Brr. Wij niet, teveel verkeer. We dwalen door het landschap met bijna geen dorp in de weide omgeving. Na 18 km komen we aan in Montamarta. Gelukkig aan het einde van het dorp is een bar. We nemen een grote bocadailla met ei,kaas en ham. Wat lekker, onze calorieën zijn allang verbrand. Zo, we hebben de helft van de wandeling er al opzitten. Lekker voor de voetjes. Tot onze stomme verbazing komt Conny met nog twee peregrinos ook in de bar, terwijl ze al ruim één uur voor ons waren vertrokken. Hun verbazing is nog veel groter. "wij hebben de bus genomen" zeggen we gekscherend. Zij waren al snel de route kwijt en hebben op de route Portugees gewandeld. We lopen niet ver van de grens van Portugal en doordat de route slecht is aangegeven is verdwalen hier snel gebeurd. De zandwegen zijn hier eindeloos. Eindelijk komen we in Riego del Camino aan. Wat een gehucht, denken we allebei. Zo arm, vervallen woningen en geen leven in de oude straten. Tja, er moet hier een herberg zijn. Bij een gele brievenbus vinden we de woning. We moeten la señorita bellen.
Zij verschijnt snel en loodst ons de primitieve herberg in. Oude kamers, oude stapelbedden verdeeld in drie kamers. Bokkoud, plastic stoelen, gelukkig nog wel ramen in de hut. Als we vragen of we hier ergens kunnen eten en of er een bar is? Haar antwoord " een bar aan de carratera ( hoofdweg). Ze zegt dat we moeten reserveren voor het avondeten. Zij belt voor ons en om zeven uur kunnen we in de bar terecht. Enfin, de douche is warm. We blijven niet in de koude herberg zitten en gaan op zoek naar de bar. Tja, langs de weg zien we iets wat lijkt op een bar. Achter de twee deuren komen we in een zeer smoezelige bar. Een oude man zit op een stoel te dutten en een jongere man kijkt ons wat wezenloos aan. Als we vragen of we hier wat kunnen drinken, knikt hij. Op de vraag van ons waar het restaurant is zegt hij "aqui". Hier? Geen keuze, er is niets anders. We nemen een kop koffie, geen succes. Lauw. De oude baas komt bij ons zitten en stinkt naar de urine. Hij valt weer in slaap maar algauw wordt hij door het geschreeuw van la señorita wakker. Hij kijkt mij aan en begint in rap spaans tegen me te praten. Gelukkig George begrijpt hem en houdt hem even bezig. Al snel komt la señorita met haar nieuwe telefoon en haar albums om alle foto's van gepasseerde peregrinos te laten zien. Ook achter de bar heeft ze al vele souvenirs gekregen van peregrinos. We moeten alles bewonderen. Later dekt zij voor vier personen een tafel in oude bar. Conny met haar peregrinos, Gunther en Marianne beiden uit Duitsland, eten met ons mee. Ze zijn laat gearriveerd en zijn net als wij moe van de lange wandeling met de vele lussen. En dat alleen maar voor de nieuwe vierbaansweg. Enfin, wat gaan we eten.
We eten soep gevuld met linzen, gekookte eistukken en stukjes tong van het varken, die gaan aan mij voorbij. Jammer dat mijn vader niet aan tafel zit, die zou er van hebben genoten. Daarna een karbonaatje met patat en een appeltje toe. Natuurlijk met wijn uit het vat die helaas zijn beste tijd al heeft gehad. Ja, het leven van een peregrino is een avontuur. Na het eten gaan we nog langs la señorita om een ontbijt te scoren. Nou scoren doen we, twee cakejes en twee zakjes capecionno voor het ontbijt. Eerst maar gauw slapen in ons kotje,waar we in de serre liggen. Mijn bed is en trapoline, geweldig wat een vering. Stil liggen wordt een probleem!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten