woensdag 22 april 2015

35.Campobecerros via Laza naar Alberguaría, 27 km.

Woensdag 22 april, etappe 35.
Gisteren vroeg in de avond,  wij terug naar de bar. Het is er rustig, behalve dat de hele familie zich er heeft verzameld. Grootouders, overgrootmoeder en kinderen met kleinkind van ruim 1 jaar. Het kleinkind, Marcos, krijgt van iedereen veel aandacht alleen niet van de overgrootmoeder ze is heel streng tegen het kind wannneer hij steeds zijn speen op de grond gooit. Niet te verwonderen dat het wordt verwend, het is waarschijnlijk het enige kind in het dorp. La señorita verwent ons met lekkere tapashapjes van kaas en worst. Het wordt allengs drukker in de bar. Het is voetbalavond. Als we afrekenen staat de tijd hier weer stil. Het kost hier echt niets. We worden hier nog alcoholisten! Als we teruglopen naar de herberg haalt de geitenboer net zijn kudde binnen. Het gaat dwars door de smalle straatjes en midden in het authentieke dorpje gaan de geiten de stal in. Op de straat ligt een grote hoop stront met stro en de hond heeft er zijn nachtplekje in gevonden. Ook past hij zo op de kudde wat zich onder de woning van de geitenhoeder bevindt. Anno 2015! We maken een praatje met de geitenhoeder en hij heeft wel meer dan 50 geiten in zijn huisstal zitten. We lopen door naar onze herberg en met z'n vieren hebben we een prima slaapplek. Laat de betwanzen maar buiten slapen.
Vanmorgen terug naar de bar en daar ons ontbijt genomen. Geweldig zoveel toast nog niet gehad, we moeten zelfs zeggen stop het is echt genoeg. Voor € 1.50, nog niet zo spotgoedkoop gegeten. Ja, de tijd staat hier stil. Onze route van vandaag gaat door de bergen. Eerst flink dalen naar het dorpje Laza en dan fink omhoog naar ons geplande eindpunt Alberguería.
We hebben de regenkleding aan en om ons heen onweert het. Gelukkig blijft het ver in de bergen hangen. De wandeling is prachtig. Een lange afdaling over de grintweg naar Laza. We passeren een paar gehuchtjes en een groot kruis wat is geplaatst voor diegene die zijn gestorven tijdens de camino.
Tja, ook dat gebeurt jaarlijks wel enige malen.  We wandelen door een ruim dal naar Laza, nemen een kop koffie in de bar en vervolgen de route. Buiten Laza worden we gevraagd stil te blijven staan. Le señor stapt uit zijn auto en vraagt of we bedwantsen hebben. Ja zeggen we alle vier. Connie laat ze zien en ze vertelt waar ze deze waarschijnlijk heeft opgelopen. Toch bijzonder dat dit ons wordt gevraagd en blij dat het wordt gecontroleerd. We lopen door en al snel gaan we een rotsachtig pad in. Het wordt klimmen en met regenkleding aan is het zweten geblazen.  De regenbuien vallen mee. Als we in Aberguería in de bar de sleutel vragen voor de herberg zijn we stomverbaasd. Het hangt er propvol met schelpen en allemaal beschreven. Er is geen plekje meer vrij in de bar. Wij schrijven onze namen op een schelp en deze zal ongetwijfeld een plekje tussen de duizenden anderen krijgen. In de herberg is het er net zo. Fantastisch wat een authentieke overnachtingsplek. Oud, heel fraai van binnen, behangen met schelpen en we moeten er zelf koken. Dat laatste is minder daar houden we niet zo van. We zijn weer met z'n vieren. We besluiten in de bar flinke combinaties van kaas, jambon en chorizo te nemen, dan redden we het wel tot de volgende dag. Het is weer een fantatische dag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten